- 7 -
De heer DE JONGH heeft het preadvies van 18 december 1974 verge
leken met het voorliggende. In het eerstgenoemde preadvies wordt
ook gesproken van 2000 aansluitingen en een streefbedrag tussen
300,-- en 400,per aansluiting. Yan meerkosten voor onren
dabele aansluiting wordt niet gesproken. Toen was toch ook be
kend dat er onrendabele aansluitingen zouden zyn.
Het voorliggende preadvies geeft als kosten voor 921 rendabele
aansluitingen 495*906,--. Alzo per woning 538,--. Indien voor
de aansluiting 348,-- moet worden betaald, dan zit hierin een
verschil van 190,minder.
De 186 onrendabele woningen kosten 122.778,-- dus per woning
66O,
De te betalen bijdrage is 580,--. Een verschil van slechts
80,-- (vergeleken met de 190,-- minder: zie voor). De onren
dabel en worden op deze wijze twee maal "bij hun kraag gevat".
De heer MARCELISSEN doet het voorstel dat voor alle aansluitingen
evenveel betaald dient te worden.
De heer RUIJTEN doet het voorstel de beslissing aan te houden om
nog gelegenheid een nadere studie te kunnen maken.
Wethouder VROLIJK vraagt uitdrukkelijk of de heer Marcelissen doelt
op alle woningen aansluiten van de gemeente enerzijds en hoe te
handelen met de reeds aangeslotenen, die de bydrage in de aansluit
kosten al hebben betaald in de eerste fase. Door dit laatste komen
er erg scheve verhoudingen.
De VOORZITTER stelt duidelijk indien er een voorstel wordt gedaan,
de consequenties hiervan aanvaard moeten worden. Spreker wijst er
op dat de aangeslotenen al getekend hebben voor het bedrag van de
aansluiting.
De heer MARCELISSEN repliceert, dat het contract voor een bepaald
aantal jaren is, en de gemeente nadien de bijdrage kan opvoeren.
Mevrouw AKKERMANS en de heer ROOSENDAAL voelen ook voor aanhouden
van de beslissing.
De VOORZITTER brengt het voorstel van de heer MARCELISSEN alle
panden aan te sluiten voor een gelijk bedrag in stemming. Dit
voorstel wordt gesteund.
Bij hoofdelijke oproep worden de volgende stemmen uitgebracht.
Vóór het voorstel zijn de heren Gelijns, Marcelissen en Oomen, alzo
3 stemmen. Tegen het voorstel z^jn de dames Akkermans en Hendrickx,
en de heren Akkermans, Ernest, Jansen, De Jongh, Van Merrienboer,
Roosendaal, Ruijten en Vrolijk, alzo 10 stemmen. Het voorstel van
de heer Marcelissen is derhalve met 10 tegen 3 stemmen verworpen.
Het voorstel de beslissing aan te houden, hetwelk eveneens wordt
gesteund, wordt hierna door de VOORZITTER in stemming gebracht.
Vóór dit voorstel stemmen de dames Akkermans en Hendrickx en de
heren Akkermans, Ernest, Jansen, De Jongh, Van Merrienboer, Roosen
daal, Ruijten en Vrolyk, alzo 10 stemmen. Tegen het voorstel stem
men de heren Geljjns, Marcelissen ejn Oomen, alzo 3 stemmen. Het
voorstel de beslissing aan te houden is derhalve met 10 tegen 3
stemmen aangenomen.
7Vaststelling vergoeding vakleerkrachten basisscholen over
het jaar 1974 classificatienr-1.851.2/07.2)
(preadvies nr.: 75.062)
Zonder hoofdelijke stemming wordt met algemene stemmen overeenkomstig
het voorstel van burgemeester en wethouders besloten.