De VOORZITTER merkt op, dat het subsidiebedrag is bepaald in ver houding tot andere gelijksoortige subsidies. De in preadvies 75*056 genoemde stukken worden conform het voor stel zonder hoofdelijke stemming voor kennisgeving aangenomen. 3* Ingekomen subsidieverzoeken van: a. Vormingsinstituut West-Brabant Etten-Leur d.d. 19 .juni 1975 classificatienro-2.07.85) (preadvies nr.: 75.059) De heer VAN MERRIENBOER memoreert, dat ook particuliere verenigingen een beroep kunnen doen op het Vormingsinstituut. In dit geval sub sidieert de gemeente dan ook in een project. De VOORZITTER bevestigt dit, doch alleen als het Vormingsinstituut het als project opneemt in het belang van de gemeente. De heer AKKERMANS vindt dat het Vormingsinstituut nogal wat sugge reert te doen: streekplan; ruimtelijke ordening, enz. Andere instituten "dokteren" ook aan deze objecten. Spreker is bang dat het Vormingsinstituut zich overschat. De VOORZITTER brengt te berde, dat er een aantal instituten waren in West Brabant met een soortgelijk streven voor de sociale vorming: intramuraalextramuraal. Getracht is deze instituten in één in stituut onder te brengen. Het onderhavige Vormingsinstituut is er voor een bepaald onderdeel een voorbeeld van. Door C.R.M. is aan dit instituut een aanloop subsidie toegekend. In de aanvang heeft de gemeenteraad het instituut gesteund. Een paar rapporten inzake streekplan en ruimtelijke ordening hebben biyk gegeven van positieve benadering. Nu het voorstel is per project te subsidiëren, kan telkenmale wor den beoordeeld of subsidie wordt verstrekt. De VOORZITTER antwoordt de heer DE JONGH, dat het niet in de be doeling ligt per inwoner te subsidiëren. Alleen dus per project. Zonder hoofdelijke stemming wordt met algemene stemmen overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. b. Stichting dekenaat Roosendaal d.d. 16 juli 1975 t.b.v. een districtscatecheet classificatienr-2.07.85) (preadvies nr.: 75.063) De heer AKKERMANS vraagt zich af welke motieven er ten grondslag liggen bij het dekenale instituut ten aanzien van de districtsca techese voor de basisscholen. Spreker voegt hieraan toe het mo gelijke gebrek aan godsdienstleraren en theologen. Het instituut catechese is in het dekenaat gestart in 1971/1972, aldus de VOORZITTER. De doelstelling was aanvulling van het gods dienstonderwijs - in de richting van vorming van leerlingen van basis scholen. De kosten hiervan zijn door kerk en caritas gedragen. De catecheten, veelal vrijgestelden van het parochiële werk, werkten voornamelijk part-time. Het aantal geestelijken is niet toegenomen. In verband hiermede is vrijstelling vanuit de parochies een onmo gelijke zaak geworden. Men heeft in een commissie zich beraden over de schoolcatechese. Ook z^n hier mensen vanuit het onderwijs bij betrokken. Gebleken is, dat er een behoefte is ontstaan aan schoolcatechese.

Raadsnotulen

Oud en Nieuw Gastel: 1938-1980 | 1975 | | pagina 79