- 5 -
Onze gemeente is een agrarische gemeente. Ik kan het dan ook
niet anders zien dan dat wethouder Vrolijk hier zijn taak ver
waarloost.
De bevolking van Oud Gastel heeft er geen enkel belang bij waar
het komt. Doch voor onze agrariërs is het van groot belang.
Het is mij als afgevaardigde van de voorbereidings commissie
ruilverkaveling ook degelijk gevallen, waar u als ondervoor
zitter ^^ptr.jeëdt. (bedenk bezwaarschrift ingediend door ruil
verkaveling commissie te dezer zake)
Dat de ingelanden verwonderd stonden te kijken naar het horen van
zo 'n uitspraak door haar wethouder Vrolijk.
In het kader van ruilverkaveling gezien is het veel beter dat het
station aan de zuid-kant komt. Deze grond is minder goed en
slechter te verkavelen.
Onze fraktie en nog andere raadsleden zijn dan ook van mening dat
dit station zonder meer van Gasteis grondgebied moet worden ver
wijderd.
Daarom zou ik u dringend willen verzoeken alsnog een brief te
richten tot de werkcommissie van de P.N.E.M. om dit tracé te
projecteren aan de zuid-kant van de Gastelsedijk.
De volgende vraag is;
Kan wethouder Vrolijk iets meer vertrellen over de uitslag van
de Kroon over de hinderwetsvergunning?
Naar ik vernomen heb heeft wethouder Vrolijk, die daar met een
ambtenaar van de gemeente aanwezig was, een rappelement gekre
gen omdat hij niet goed geïnformeerd was.
Om welke reden was dit?
Bij voorbaat, voor uw medewerking, mijn dank.
De eerste vraag ten aanzien van het 380 Kv station van de P.N.E.M.
geeft de VOORZITTER aanleiding te zeggen dat niet wordt aangeno
men, dat wethouder Vrolijk minder juist zou hebben gereageerd in
het kader van het belang van de gemeente. Het oprichten van een
380 Kv station is voorts geen gemeentelijke aangelegenheid. Het
onderhavige station is een nationale aangelegenheid. De commis
sie utiliteitswerken maakt uit waar het station dient te komen,
na inwinning van adviezen en het houden van hoorzittingen. Bij
niet medewerking kan de Belemmeringenwet Privaatrecht toegepast
worden.
Spreker vermeldt dat de mededeling van de wethouder geen betrek
king heeft op het komen van het station op grondgebied van de
gemeente Oud en Nieuw Gastel.
Het standpunt van het gemeentebestuur is dat geen bezwaar bestaat
tegen de nieuwe (derde) locatie, vallende op het grondgebied van
de gemeente Roosendaal en Nispen. Dit heeft dus niets met agra
risch of welk ander belang ook te maken. Als het 380 Kv station
buiten het grondgebied van Oud en Nieuw Gastel valt heeft er
onze gemeente, gemeentelijk gezien, geen bezwaar tegen.
De heer 00MEN stelt dat wethouder Vrolijk onmiddellijk nadat de
heer Van Bergen het voorstel deed het station ten noorden van
de Gastelsedyk te vestigen, de instemming van het gemeentebe
stuur van Oud en Nieuw Gastel hiervan kenbaar maakte.
Wethouder VROLIJK meent het bezwaar van de Suikerunie (heer
Barendsen) goed begrepen te hebben, n.l. dat de projectie van
het station bij de "slikputten" van de suikerfabriek van Roosen
daal niet gewenst is, doch dat dit uiteindelijk geen probleem
I