-12- door het college van burgemeester en wethouders akkoord is be vonden. De opmerkingen van de Provinciale Planologische Dienst zqn verwerkt. Deze week gaat het ontwerpplan naar de P.P.D. voor vooroverleg. Met betrekking tot het gemeentehuis en het ontmoetingscentrum heeft spreker 1 december 1975 orn 10,00 uur een bespreking met gedeputeerde Van der Heijden. b. De heer VAN MERRIENBOER heeft terzake van de vuilverbranding in de pers gelezen, dat niet alle gemeenten gebruik zullen gaan maken van de -vuilverbranding, waardoor de kosten door een klei ner aantal gemeenten gedragen zullen moeten worden. Dit is een kwalijke zaak. De VOORZITTER merkt hierbij op, dat het terugtrekken van gemeen ten met een korreltje zout genomen moet worden. Destijds hebben besprekingen plaats gevonden met technische verte genwoordiger s van de gemeenten. Een bestuurder uit de regio was aangewezen deze bespreking te begeleiden. De technische mensen hebben unaniem in 1971 een rapport uitge bracht over de -vuilverwerking. De gemeentebesturen hebben naar M aanleiding hiervan de financi'éle consequenties bekeken. Er zijn nog gemeenten die voor 1,2, 3 jaar een eigen stortmoge- lijkheid hebben, en deze gemeenten hebben gesteld, de eigen stortmogelijkheid zolang mogeiyk te benutten. In de pers is ook vermeld, dat gedeputeerde staten een zeer wa kend oog heeft op het afgeven van vergunningen ten aanzien van het doen innemen van stortplaatsen in het landschap. Dit is een heel belangrijke zaak, zulks in afwachting op de nieuwe wet op de verwerking van afvalstoffen. De nieuwe wet is in ontwerp gereed en moet nog in de Kamer wor den behandeld. Ten aanzien van de vuilverwerking zullen bevoegd heden gegeven worden. Spreker is er van overtuigd dat als men dan genoodzaakt wordt maatregelen te treffen, toevloeing naar de vuilverbranding zal krijgen, waardoor de kosten per hoofd zullen dalen. Het wordt betreurd dat in het kader van de verwerking van afval stoffen nu maar 6 gemeenten hun medewerking hebben gegeven. Dit zijn voornamelijk gemeentebesturen, die thans geen stortplaats hebben. De gemeente Oud en Nieuw Gastel moet met haar vuil erge^k naar toe. Spreker hoopt dat de portefeuilledrager van gedeputeerde staten het niet alleen laat bij lozen van kreten, doch by het afgeven van vergunningen in de praktijk hiermede rekening zal houden. Te denken aan Hinderwetsvergunningen, vergunningen tot ontgronding. De heer GELIJNS heeft in de pers gelezen, dat Rotterdam vuil gaat storten by Moerdijk. In de regio hier worden hoge kosten gemaakt om het vuil te verbranden. Kan de gemeente ook niet naar Moerdijk? De VOORZITTER wijst er op, dat de vuilverwerking regionaal wordt bezien. Moerdijk ligt buiten de regio. Bovendien moeten dan de tjjd en de transportkosten niet onderschat worden. Spreker weet ook niet of dat zal kunnen. Bovendien is het een aangelegenheid van de provincie, die een Hinderwetsvergunning af moet geven. In de regio zijn praktisch geen geschikte gronden voor storten van vuil.

Raadsnotulen

Oud en Nieuw Gastel: 1938-1980 | 1975 | | pagina 134