- 17 - De heer VAN MERRIENBOER stelt voor een ambtelijk stuk op te maken en dit in een informele bijeenkomst van de raad ter discussie stel len. De heer AKKERMANS deelt mede, dat reeds enkele gemeenten hebben gereageerd. Kleine gemeenten stellen in het algemeen: wij willen een leefbaar milieu hebben; wij willen een leefbare eenheid blij ven. De VOORZITTER vraagt wel om toetsstenen aan te dragen. De heer GELIJNS vindt het niet juist de kern Stampersgat zo klein mogelijk te houden. Het gebied aan de Dennis Leestraat tot de Mark is bijvoorbeeld niet zo waardevol meer voor de landbouw. Hier kun nen heel wat woningen gebouwd worden. Ook het gebied achter de Meireweikes ligt niet gunstig voor de landbouw. In het algemeen ware goede landbouwgronden niet voor woningbouw te bestemmen. Als voorbeeld hoe het niet moet haalt spreker de uitbreiding van Breda aan, waar deze is gepland op goede land bouwgronden. Honderden hectaren landbouwgrond gaan verloren. Het uitbreiden van de grote steden gaat tenslotte toch ten koste van de kleine kernen. De VOORZITTER wyst er op, dat dit niet realiseerbaar is. Immers geconcentreerde bebouwing is alleen economisch verantwoord. De heer AKKERMANS vermeldt nog dat de termjjn 1 november 1975 voor indiening van gegevens door de gemeenten is verlengd. Spreker zegt voorts, dat op de bijeenkomst van 2k november 1975 de planologen van Roosendaal, Bergen op Zoom en Breda aanwezig zullen zijn en de heer Heidens, burgemeester van Halsteren, die er is als vertegenwoordi ging van de planologische commissie van de provincie. Dit is ook gedaan omdat de vertegenwoordiger in de commissie van Bergen op Zoom is uitgetreden, hetgeen erg jammer is. b. De tweede schriftelijke vraag van de heer Oomen luidt: Bij deze zou ik aan u willen vragen of er iets naders bekend is wat de hinderwetsvergunning betreft van de heer R, Corsmit. Mag hij bouwen op de plaats die hjj heeft aangevraagd. Bij voorbaat voor uw medewerking mijn hartelijke dank. De VOORZITTER doet melding van een telefonische mededeling van af gelopen maandag van de inspecteur van de Volksgezondheid, dat laatst genoemde contact zal opnemen met het landbouwschap. Spreker vindt het typisch, dat er een bezwaar is binnengekomen van een coilega-landbouwer c. De heer RUIJTEN wil onderhand eens concreet zien, dat via bemidde ling van waterschappen de lozing van het rioolwater van de gemeente gerealiseerd gaat worden. In de gemeente komt steeds meer riolering te liggen. In de commis sie Openbare werken is er al vaak over gesproken en kennelijk komt er niets van de grond. Wat is daar nu feitelijk de oorzaak van. De VOORZITTER memoreert dat destijds in het bestemmingsplan een rioolwaterzuiveringsinstallatie is opgenomen. Deze zou niet gebouwd kunnen worden, omdat de afvoer van het riool via Roosendaal en de persleiding naar Waarde,gaat. In West-Brabant is er een nieuw schap opgericht, die onder andere de zorg heeft voor de afvoer van afvalwater, De gemeente mag alleen de plaatselijke riolering volgens plan aanleggen. De VOORZITTER heeft morgenochtend een bespreking met de heer Swier. Voorlopig is het zo, dat in 1978 onze gemeente als een van de eersten in uitvoering zal worden genomen. De heer RUIJTEN vraagt of een verklaring wordt gegeven waarom dat het nog zo lang duurt.

Raadsnotulen

Oud en Nieuw Gastel: 1938-1980 | 1975 | | pagina 120