- 16 -
Kortom, vele gestelde uitgangspunten veranderden en bijsturen is
beslist nodig.
En dat is ook heel gewoon, Wie kan er zeggen wat er over vijf jaar
gaat gebeuren in een bepaalde streek. Daarom is het ook geen wonder,
dat de provincie aanvoelde, dat er iets moest gebeuren met het
Streekplan.
Een typisch algemeen verschijnsel was wel - dat is niet alleen in
West-Brabant het geval - dat de groei van de steden, de dorpen
en de kernen tegenovergesteld verliepen als in het plan was aange
wezen volgens de verwachtingen. Breda bijvoorbeeld, liep terug.
Bergen op Zoom ging amper vooruit. Roosendaal ging iets beter, maar
bleef toch beneden de prognose.
Sommige dorpen groeiden, sommigen zelfs abnormaal snel.
Dat was vooral omdat veel stedelingen het platteland opzochten. Deze
waren de flats moe en wilden wel een huis met een tuintje. Men zag
er helemaal niet tegen op dagelijks 30 a 40 km te rijden naar het werk.
Het Streekplan werd geweld aangedaan en gedeputeerde staten voelden
aan dat het herzien moest worden.
Ook de Gewestraad wil hierover zijn mening laten horen. De commissi
"ruimtelijke ordening", waarvan ik het genoegen heb lid te zijn,
kreeg de opdracht een preadvies uit te brengen. De heer Everaart,
raadslid uit Steenbergen heeft hiervan de leiding. Het is een hele
kluif, mijnheer de voorzitter, om er aan te beginnen.
We willen bovendien goed geïnformeerd worden.
We gaan uit van het Streekplan 1970, de mening van gedeputeerde
staten en de planologen van de provincie, maar we willen ook de
gemeenten horen.
We willen weten wat de gemeenten er van zeggen, omdat die tenslotte
direct belanghebbenden zijn.
De gemeenten worden verzocht - deze hebben allemaal een brief ge
kregen - om hun visie te geven op dit plan en we gaan er van uit,
dat de gemeenten ook hun eigen zaak zullen bepleiten en vandaar
uit hun verlangen meedelen en kenbaar maken aan de gewestraad.
De hoofdlijnen van de verlangens gaan we verwerken in ons rapport,
hetwelk aan het Streekgewest wordt aangeboden ter behandeling.
Daarom onze vraagwat vindt de gemeente Oud en Nieuw Gastel van
het Streekplan en zyn er concrete voorstellen om in het preadvie^É
op te nemen. Het mag gerust een algemeen belang zyn van de gemeenTe,
dat al of niet de omringende gemeenten raakt. U mag het zo ruim
mogelijk interpreteren, doch zou wel wensen dat er gegevens op tafel
kwamen, waarmede we straks kunnen werken. De voorzitter heeft al een
uitvoerige visie gegeven.
Ik heb ook wel idee'én, doch wil deze liever spuien als ik de andere
meningen heb gehoord.
De VOORZITTER heeft gemerkt dat de gevoelens van de raad, naar aan
leiding van zijn mededeling, worden gedeeld en graag wil voldoen aan
het verlangen van de heer Akkermans.
De VOORZITTER stelt voor, dat men met die opdracht naar huis gaat
en iedereen zich daarover beraadt en ieder individueel zijn mening
kenbaar maakt aan de heer Akkermans en wel vóór 2k november 1975»
de datum van de vergadering van de commissie ruimtelijke ordening.
Spreker zal de mening van het college verwoorden en geconcretiseerd
aan de heer Akkermans zenden.
De heer AKKERMANS vindt dit minder juist. Het is toevallig dat spre
ker in de commissie ruimtelijke ordening zit. Andere gemeenten hebben
geen vertegenwoordiging.