De heer AKKERMANS vindt het preadvies correct opgesteld en het is
uitgegaan vanhet principieel vastgestelde bedrag van vorig jaar
225,--), welk bedrag sterk verhoogd is vastgesteld. Dit bedrag
zou als basisbedrag dienen voor de komende jaren. Desondanks is
er toch rekening gehouden met de extra verhoging in verband met
de brandstofprijzen en er is na deze verhoging nog eens 12°/o op
gezet. Dit is heel redelijk en rechtvaardig en spreker stelt dan
ook voor het bedrag van 270,-- te handhaven.
Mevrouw AKKERMANS heeft wel oor naar een uitspraak van de Kroon
in beroep, doch vindt het jammer, dat die uitspraak jaren later
komt. De VOORZITTER vindt dit ook jammer.
Mevrouw AKKERMANS spreekt mede namens de heer Ruijten om toch
het minderheidsstandpunt van het college te moeten steunen.
De VOORZITTER brengt in stemming het bedrag per leerling voor het
basisonderwijs.
Allereerst het meerderheidsvoorstel van het college.
Vóór dit voorstel stemmen de heren Akkermans, Gelijns, Oomen en
Vrolijk, alzo 4 stemmen vóór.
Tegen dit voorstel stemmen de dames Akkermansen Hendrickx en de
heren Ernest, Jansen, De Jongh, Marcelissen, Van Merrienboer,
Roosendaal en Ruijten, alzo 9 stemmen tegen, zodat het meerder
heidsvoorstel van burgemeester en wethouders is verworpen.
Hierna brengt de VOORZITTER het minderheidsvoorstel in stemming.
Vóór dit voorstel stemmen de dames Akkermans en Hendrickx en de
heren Ernest, Jansen, De Jongh, Marcelissen, Van Merrienboer,
Roosendaal en Ruijten, alzo 9 stemmen vóór.
Tegen dit voorstel stemmen de heren Akkermans, Gelijns, Oomen en
Vrolijk, alzo 4 stemmen tegen, zodat het minderheidsvoorstel met
9 tegen 4 stemmen is aanvaard.
Het bedrag per leerling voor 1975 voor de basisscholen wordt der
halve bepaald op 275,--, exclusief kosten van schoolzwemmen.
Ten aanzien van het bedrag per leerling van het buitengewoon onder
wijs voor 1975 wordt zonder hoofdelijke stemming met algemene stem
men overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders
besloten en wordt alzo vastgesteld op 395»--«
6Aangaan geldlening met de N.V. Bank voor Nederlandsche Ge
meenten te s-Gravenhage classificatienr-2073517TT
(preadvies nr.; 74.104)
De heer VAN MERRIENBOER vindt het rentepercentage erg hoog, zeker
tegen de achtergrond van een tendens van rentedaling. Spreker over
weegt uitstel van lenen.
De VOORZITTER zet uiteen dat de gemeente alleen maar kan lenen via
de Bank voor Nederlandsche Gemeenten. De gemeente moet de geld
lening aanvaarden tegen het door de bank vastgestelde rentepercen
tage. Het rentepercentage is afhankelijk van de geldmarktsituatie
Zonder hoofdelijke stemming wordt met algemene stemmen overeen
komstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten.