- 5 -
Het is achteraf een beetje jammer, mijnheer Gelijns, dat u niet
op wat jongere leeftijd daarmee hebt kunnen beginnen. Dat is nu
eenmaal zo. Ik ben u dankbaar voor al het werk, wat u-voor de
gemeente hebt gedaan. Ik ben u nog meer dankbaar voor de prettige
samenwerking welke wij in het college van burgemeester en wethou
ders met u hebben gehad. Ik ben u hiervoor zeer erkentelijk. Uit
dien hoofde is het altijd jammer dan tengevolge van een politieke
aangelegenheid - en dat is nu eenmaal de verkiezing tot gemeente
raadslid en de benoeming tot wethouder - er een verandering komt.
Ik hoop, mijnheer Gelijns, dat u dit objectief zult willen bekijken.
U bent tevoren met uw gedachten hiermee bezig geweest. Het is toch
nog zo, dat u op een bepaald moment, wanneer het besluit eenmaal
op tafel ligt, toch nog iets anders had gedacht of verwacht.
Ik ga hier niet verder op in. Dit is aan de raad.
Mijnheer Gelijns, enorm bedankt voor uw prettige samenwerking, voor
uw persoonlijke inzet, voor uw vriendschap die ik van u heb genoten
en ik wens u als raadslid van de gemeente graag het allerbeste toe.
Ik reken ook in die functie op uw volle medewerking.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Gelijns.
De heer GELIJNS spreekt de voorzitter als volgt toe.
Mijnheer de voorzitter,
Hartelijk dank voor de goede woorden tot mij gesproken. Ik had ook
niet anders verwacht. Dank ook aan hen, die op mij hebben gestemd.
De beide wethouders wens ik vanaf deze plaats geluk met hun be
noeming.
Voor de goede bestuurbaarheid van de gemeente was het volgens mij
beter geweest dat de beide nu gevormde blokken ieder een wethouder
hadden.
Maar ja, wij missen de joker.
Verder, mijnheer de voorzitter, zal ik steeds dankbaar terugzien
op de afgelopen vier jaren, dat ik de gemeente Oud en Nieuw Gas
tel als wethouder heb mogen dienen.
Het was een mooie tijd waarin veel goeds werd verricht.
Ik eindig met het gezegde: "en de boer, hij ploegde voort", (applaus)
De VOORZITTER dankt de heer Gelijns voor de zeer sympathieke woorden.
Hierna geeft de VOORZITTER het woord aan de heer Vrolijk.
De heer VROLIJK houdt het volgende toespraakje.
Mijnheer de voorzitter, dames en heren,
Zaterdag zit je hier, maandag zit je even daar en dinsdagavond
zit je weer op je oude vertrouwde plaats. Het was ook helemaal
niet vreemd, dat dit gebeuren zou. Het was trouwens duidelijk bij
iedereen. Algemeen Belang, Sociale Eenheid en de Bejaarden hadden
nu eenmaal afgesproken, dat deze uitslag er zou komen en dank de
heren en mevrouw op de eerste plaats, dat ze hun woord gestand
hebben gedaan.
Ik kan me nog goed herinneren de 29e mei 197^, die woensdagavond
van de verkiezingen.
Toen liep hier beneden in het stembureau een zekere Jan rond die
beweerde, dat Jantje - dat is dan de heer Roosendaal als mederaads-
lidr? een gouden stem had in het kapittel. Dat blijkt ook inderdaad
het geval te zijn geweest. Jammer voor die grote Jan; het is op
een andere persoon uitgevallen.
Ik zou er nog heel veel van kunnen zeggen; ik doe het niet. Het
komt waarschijnlijk te zijner tyd wel eens aan de orde.
Nogmaals, allemaal heel hartelijk bedankt. Ik hoop op een prettige
samenwerking, zowel met de Gemeentebelangenfractie als met de
nieuw gevormde fractie van de Werkgroep Oud Gastel/Stampersgat
