Ik kan me nog zo goed herinneren, toen ik hier kwam, dat u de kat uit de boom moest kijken. Dat je dacht bij jezelf: "Wat zal die", bij wijze van spreken "hier komen doen". Ik moet zeggen, dat we van het begin af elkaar natuurlijk heb ben afgetast. We moesten van elkaar weten, hoe we ten opzichte van de zaken stonden. We moesten ook weten, dat we op bepaalde momenten elkaar de waarheid konden zeggen. Want we zijn het niet altijd met elkaar eens. Dat is ook niet nodig. Ofschoon ik moet zeggen, dat de gevechten die wij hebben geleverd intern in het college, tot schermutselingen zijn terug te brengen. Persoonlijk mijn dank daar voor. Ik ben blij, dat ik tot heden toe met u heb mogen samenwerken, zoals ik ook graag met anderen samen werk. Wanneer je regelmatig in contact met iemand komt, dan gaat er toch naast het ambtelijke, naast dat bestuurlijke, iets persoon lijks groeien. Dat vind je alleen maar fijn wanneer dat kan. Helaas moet ook geconstateerd worden, dat het hier en daar toch wel ont breekt en dat het dan alleen maar in het nadeel is van de zaak die we samen moeten dienen. Bedankt En tenslotte, mijnheer Vrolijk, willen wij u iets tastbaars aanbie den, namens de gemeenteraad van onze gemeente. Ik mag mezelf hier bij dan ook scharen. U krijgt hier dit cadeau aangeboden. Een cadeau, waarvan u wel moet weten, dat het met de nodige voorzichtigheid wordt uitgepakt Het moet ook met de nodige voorzichtigheid gehanteerd worden. Ik vind het de moeite waard en ik ben er van overtuigd, dat u het ook de moeite waard zult vinden. Het is iets wat alleen maar van jezelf kan zijn. Dat zal u dadelijk blijken. Mijnheer Vrolijk, ik hoop, dat u dit geschenk.,... ja, elke dag ge bruiken lijkt me gevaarlijkheel dikwijls erx heel veel jaren zult kunnen bekijken. Mag ik dan dit geschenk namens de gemeenteraad en namens mezelf u aanbieden, (roemer met gemeentewapen en "L.P.V.". Op voet 1949- (De burgemeester geeft het geschenk aan de heer Vrolijk en feli- citeerd hem; applaus). Mevrouw Vrolijk, Natuurlijk heb ik ook even iets tegen u te vertellen. Het is zo, dat een jubileumviering alleen maar bij iemand, die getrouwd is, op een goede wijze kan gebeuren, wanneer degenen die in die 25 jaar zo onmiddellijk daarbij betrokken zijn, daarbij aan wezig zijn. Op de eerste plaats bent u dat, mevrouw Vrolijk, omdat u nu een maal die volle 25 jaar hebt meegemaakt. Vanzelfsprekend kan ik dit niet stellen ten opzichte van de kinderen. U hebt in ieder geval 25 jaren aan de zijde van uw man gestaan. Ook u zult het in die 25 jaar wel eens, een keer moeilijk hebben gevonden. Ik ben er van overtuigd, dat er ook bij u schermutse lingen zijn geweest. Ik kan me dus voorstellen dat u misschien op bepaalde momenten wel eens hebt gedacht; "die man van mij, ik wou dat hij niet op die manier, politiek bekeken, overal achter aan sjouwde".

Raadsnotulen

Oud en Nieuw Gastel: 1938-1980 | 1974 | | pagina 68