- 5 -
achter me ziens de 25 jaren dienst als raadslid-wethouder is
inderdaad belangrijk geweest voor de gemeente, is belangrijk
geweest voor mezelf als mens, is belangrijk geweest voor al die
zaken die ik geprobeerd heb op de meest juiste wijze te brengen.
U zult het met me eens zijn dat vooral de laatste jaren, bestuur
lijk bezien, heel wat meer gaande is, als 20, 25, 30 jaar geleden.
Xk heb dat zelf ook kunnen constateren.
Ik vind zelf, dat het er niet gemakkelijker op geworden is. Ik
ben er namelijk van overtuigd dat je je nog meer in moet spannen,
juist vanwege het feit dat de mens die naar ons kijkt een meer
kritische mens is geworden.
Tengevolge van mogelijkheden via de publiciteit, pers, radio, te
levisie, wordt iedereen als het ware geconfronteerd met al dat
gene, wat er in de wereld, in een staat, in een provincie, in
een gemeente, gebeurt.
Natuurlijk heb je hiermede rekening te houden.
We gebruiken tegenwoordig van die kreten - u weet dat ik daar
een gloeiende hekel aan heb - als "inspraak".
Iedereen heeft inspraak. Iedereen kan op een bepaald moment met
zijn belangen daar komen, waar hy meent die belangen te moeten
deponeren.
Daarom begrijp ik niet, dat men in deze tijd met grote koppen
schrijft: "inspraak".
Volgens mijn heel bescheiden mening heeft die inspraak al van het
begin van de schepping bestaan. Misschien dat men dat niet meer
weet. Misschien dat men dat weer wel wil herontdekken. Dat kan.
Anderzijds is ook zo'n bekend woord: "polarisatie".
Iedereen wil op een bepaald moment aan dat woord meedoen.
Ik moet u zeggen, in die enkele jaren die mij nog resten, ik dat
niet zal proberen.
U weet ook hoe ik daar over denk.
Ik ben er van overtuigd, er zonder meer van overtuigd, dat wij al
lemaal tesamen in onze functie als bestuurders, dat bent u en dat
ben ik en dat zijn alle gemeenteraadsleden, alleen maar moeten
werken om de belangen van de gemeente zo goed mogelijk te dienen.
Want dat is onze taak.
Ik geloof dat het nuttig is, dat je dit bij een jubileum als het
overhavige eens duidelijk onder de aandacht brengt.
Zo hebt u inderdaad deze 25 jaar doorgebracht.
Die 25 jaren met goede momenten, met minder goede momenten.
Wij danken u voor uw inzetWij danken u voor uw inspanning en wij
hopen dat u als lid van. de gemeenteraad - meer kan ik onmogelijk
zeggen - ook in de komende periode met hetzelfde enthousiasme,
met dezelfde blijheid uw werkzaamheden zult willen blijven verrichten
in datzelfde belang.
Velen van ons ook buiten de raad, het totale personeel van de ge
meente en enkele genodigden zijn hiervan getuige vandaag; om te
delen in die blijdschap, te delen in die dankbaarheid en die op
een bepaalde manier aan u toe te spelen, omdat wy menen, dat ze
verdiend zijn.
Mynheer Vrolijk, voordat ik mijn inleiding ga beëindigen - ik moet
nu eenmaal rekening houden met de tijd - wil ik nog iets persoon-
lyks zeggen.
Dit, omdat ik nu eenmaal dertien jaar van de 25 met u in het
college van burgemeester en wethouders zeer nauw samenwerk.