- 14 -
De commissie was wel eenparig van oordeel dat de begroting voor
het jaar 1975 en de daarby behorende memorie van toelichting
zeer goed en duidelijk was opgesteld.
Wy stellen de raad alzo voor deze begroting goed te keuren.
Niettemin bleven er enkele vragen en opmerkingen over welke in
het verslag van de commissie zjjn opgenomen, welk verslag in
extenso in het voorliggende preadvies is overgenomen.
Met de meeste antwoorden van het college van burgemeester en wet-
ouders, eveneens opgenomen in het voorliggende preadvies, kan
ik mij wel verenigen.
Het college heeft een andere volgorde van voorgenomen kapitaals-
werken opgenomen.
De VOORZITTER merkt op, dat burgemeester en wethouders uitvoerig
hebben stil gestaan bij de lijst van urgente kapitaalswerken. Indien
een commissie van drie personen het al niet eens kan worden over
de volgorde, dan blykt wel hoe moeilyk het is. Bovendien kan by
uitvoering van de werken een andere volgorde uit de bus komen,
daar zeer zeker de volgorde mede wordt bepaald door het verstrekt
ken van subsidie door de D.A.C.W.
De heer GELIJNS acht het niet nodig voorlezing te doen van het
verslag, daar dit is opgenomen in het preadvies van burgemeester
en wethouders. De raad gaat hiermede akkoord.
De heer GELIJNS stelt namens de commissie voor de begroting vast
te stellen op:
de gewone dienst: ontvangsten en uitgaven, ieder: 10.326.330,Ó2.
De kapitaaldienstinkomsten 24.510.199,59
uitgaven 2 5.515.144.50
nadelig slot kapitaaldienst 1.004.944,91
Tevens stelt spreker namens de commissie voor de in het verslag
genoemde 1e en 2e wyziging van de begroting 1975 vast te stellen.
De VOORZITTER dankt de commissie heel harteiyk voor het ingestel
de onderzoek.
De VOORZITTER gaat verder over tot behandeling van de begroting
over het dienstjaar 1975.
De VOORZITTER vraagt of artikelsgewyze behandeling wordt verlangd.
Niemand geeft hiertoe zyn wens te kennen.
De VOORZITTER geeft hierna gelegenheid verdere vragen te stellen
ten aanzien van de begroting.
Volgno. 46
Mevrouw HENDRICKX merkt op, dat de prys voor huisbrandolie is
geraamd op 30,-- per 100 liter voor verwarming van het gemeen
tehuis, terwyl by de beoordeling van het bedrag per leerling voor
het basisonderwijs is uitgegaan van 26,50 per 100 liter.
De VOORZITTER veronderstelt dat de afwykende raming is ontstaan
uit de schommeling van de oliepryzen. Het is echter een raming.
Er wordt niet meer uitgegeven dan de werkelijke kosten.
Volgno. 86
De heer AKKERMANS informeert naar de vorderingen van het struc
tuurplan.
De VOORZITTER vermeldt dat reeds enkele jaren voor dit doel wordt
gereserveerd.
Op grond van de op de Ruimtelyke Ordening is de gemeente
verplicht een structuurplan te hebben. Inmiddels is een schetsont
werp met vier varianten ter bestudering ontvangen. De moeilykheid
is de projectie van de nieuwe rondwegen.