- 5 -
extra stijging in tegenstelling met andere hoofdstukken waarvan
de stijging beneden het gemiddelde blijft, bijvoorbeeld:
Hoofdstuk VIII, onderwijs, waar we onlangs de verhoging op 20%
hebben vastgesteld, terwijl de hele post slechts 6% stijgt.
Hier blijven kennelijk andere voorzieningen achter!
De grote plus punten op deze begroting zijn de grotere rijksbij
dragen, 48.865,-- meer dan vorig jaar, en enkele frappante
ontvangsposten als van de gasbedrijven en een post voor reser
vering tegen prijsstijgingen ad 125*900»--» iets nieuws, en
waarvan ik graag straks van u wat nadere details over verneem.
De post onvoorzien, als sluitpost of reserve verheugt ons na
tuurlijk eveneens 93®797»--) en afgezien van de voorgeschreven
3% reservering resteert toch nog - 70.000,--, een bedrag dat
een investering kan realiseren, zoals u suggereert van bijna een
half miljoen. Daarbij rijst bij mij wel direct de vraag; moet dit
persé direct gekapitaliseerd worden, met het gevolg dat het de
volgende jaren weer een steeds terugkerende^aflossings-en rente
bedragen oplevert? Het moet dan uiteraard wel verantwoord zijn.
Opvallende grotere uitgaven - ook procentueel - constateer ik in
hoofdstuk II, de uitgaven voor de leden van de raad, de raads
commissies en het streekgewestZe zjjn enerzijds het gevolg van
provinciale adviezen en anderzijds van onze voortgaande samenwer
king met andere gemeenten.
Naast de reeds genoemde bijdragen van het xüjk, vormen mede de
belastingen een belangrijke bron van inkomen, al vallen ze in
het niet bij de rijksbijdragen, en al dekken de ontvangsten op
het terrein van riolering, rechten, reinigingsrechten bijlange
na niet de werkelijke kosten. De belastingen zijn echter slechts
6^-% hoger dan vorig jaar. Ze blijven duidelijk achter bij de gemid
delde bedragenstijgingen van 22%.
Ik vraag mij af, zjjn we op de goede weg met onze belastingpolitiek.
Als we in 1976 de onroerendgoedbelasting, welke vandaag op de agen
da staat, willen invoeren - en als ik het wel heb dan gaat die
veel geld kosten - moeten we dan al niet onze belastingbedragen
aanpassen in die richting, om de sprong in 1976 niet al te rigo-
reus te maken?
En de zorg voor het financieel beheer is na de zorg voor de mens
onze voornaamste opdracht omdat het tweede van het eerste afhan
kelijk is en dat eist een efficiënt gebruik van de ons toevertrouw
de middelen.
Als we de grootste uitgavenposten in deze begroting opzoeken ver
schijnen hoofdstuk II, Algemeen beheer, hoofdstuk IV, Openbare
Werken, hoofdstuk VIII, Onderwijs en hoofdstuk IX, Sociale Zorg
en Maatschappelijk Werk. Deze laatste drie zijn inhaerent en hoofd
bestanddeel van ons gemeentebeleid en ze worden in feite verzorgd
door post hoofdstuk II. En het is dus zaak om deze post zo effi
ciënt mogelijk te beheren, want het is het gereedschap waarmee de
voorzieningen worden gehanteerd.
De woningbouw die neergelegd is in hoofdstuk V vertoont een stij
ging van 24%. Terecht hebt u het beheer indertijd in handen gelegd
van de Stichting Woningbouw St. Bernardus, een instituut, Mijnheer
de Voorzitter, dat u zelf hebt mee ingesteld, en waarmee we heel
blij zijn. Vraag is in hoeverre in deze stichting de belangen van
onze gemeente hierin optimaal worden gediend.
a