In de provinciale staten van Noord-Brabant blijkt wel eens, dat de leden in het Oost-Brabantse niets weten hoe het er in West- Brabant naar toe gaat. Men moet elkaar sociaal-económisch-maat- schappelyk kunnen vinden in een bepaald werkgebied. Dit is niet te vinden in een heel groot gewest. De heer AKKERMANS vindt het een gezonde zaak het streeksgewest zo spoedig mogelijk te realiseren. b. De heer OOMEN informeert naar de vorderingen van de gasaanleg in de buitenwijken. De VOORZITTER herinnei^t aan het driejarenplan, waarvan één gedeel te is uitgevoerd. Financi'êel zit het goed. c. De heer RUIJTEN vindt het betoog inzake de gewestvorming belang rijk, doch er is niet gesproken over het Mark-Vlietkanaal Over dit kanaal heeft spreker meer opmerkingen gemaakt. Nu provin ciale staten hebben besJLoten het Mark-Vlietkanaal aan te leggen wil spreker kwijt, dat het een onverantwoorde uitgave is. Nergens is te vinden waarom het kanaal wordt aangelegd en wat voor nut het heeft voor de toekomst. Niemand kan een duidelijk antwoord geven waar het kanaal in de toe komst voor moet dienen. Het kost tientallen miljoenen. Een bijzonder goede opmerking van een D-66 lid was, dat van deze miljoenen méér dan 400 kilometer fietspad aangelegd zou kunnen worden. Iets waar wij in Brabant al jaren over zitten te schreeuwen en maar niet rond kunnen krijgen. Spreker wil zijn mening openlijk geven, dat de beslissing tot aanleg van Mark-Vlietkanaal niet juist is. Het klopt niet in deze tijd. Tientallen miljoenen worden uitgegeven, die niet aantoonbaar zijn. De VOORZITTER beschouwt het een cri de coeur, die persoonlijk is. Spreker vermeldt, dat provinciale staten het besluit hebben geno men. De heer RUIJTEN vindt, dat de gemeente Oud en Nieuw Gastel nauw bij de aanleg van het kanaal zijn betrokken. De VOORZITTER vindt dit voor de gemeente geen nadeel. De heer RUIJTEN ziet het in groter verbands het algemeen belang van de gehele streek; niet de gemeente Oud en Nieuw Gastel alleen. De VOORZITTER vermeldt, dat over de aangelegenheid van het kanaal een nota is verschenen. Een zeer uitvoerige nota. Men kan het met de nota al dan niet eens zien. Dat is eenieders goed recht. d. De heer ROOSENDAAL informeert of de gemeente Oud en Nieuw Gastel, hoewel zijnde woongemeente, toch faciliteiten kan krjjgen voor indu strievestiging. De VOORZITTER zet uiteen, dat dit niet kan. De industrie toewijzing geschiedt op grond van het streekplan West-Brabant. De provincie houdt hiermede rekening. Ook het rijk geeft voor bepaalde industriën aanwyzigingen. (b.v. Bergen op Zoom). Als er geen industriebestemming aangewezen is, dan krijgt de gemeen te geen toewijzing. Voor onze gemeente dient dan het streekplan gewijzigd te worden, het geen vooralsnog niet is te voorzien. De heer ROOSENDAAL wil de werkgelegenheid dichter bij de mensen te brengen. De VOORZITTER wjjst er op, dat werkgelegenheid in de nabijheid en niet in de gemeente, geen nadeel behoeft te zijn. Een lange pendel is een sociaal-maat schappelijk nadeel.

Raadsnotulen

Oud en Nieuw Gastel: 1938-1980 | 1973 | | pagina 91