Van Ir Van Dael en Poiijs.
De plaatsing is geestig gevonden. Direct aansluitend op de Markt
met een afsluiting van de noord-oosthoek,
In eerste instantie lijkt het het ei van Columbus.
Er worden aan drie verlangens voldaan: het raadhuis vordt gebouwd;
het staat aan de Harkt; de Ilarkt wordt afgesloten.
Maar is dit hier wel een ideale plaats voor een raadhuis. ordfc net
niet teveel weggedrukt in de noord-oosthoelc. En wordt de plaats van
het raadhuis niet opgeofferd aan dat dubbele verlangen: Markt afsluiten
en raadhuis persé aan de Markt.
Ik beken: aan de Markt is er geen andere plaats. Ilaar moet het
raadhuis daaraan worden opgeofferd. Dat is heel gevaarlijk.
Wij willen het raadhuis een centrale plaats geven. Maar op de Harkt
is het niet centraal geplaatst. Het is in een hoek gedrukt.
En wat het ontwerp van het gebouw betreft: het heeft hele mooie
rustige en stijlvolle en zelfs tijdloze gevels. Op deze plaats is heo
echter maar gedeeltelijk te overzien. Het uitzicht vanuit de lange
westgevel, waar veel werkruimten zijn gecreeërd, is op achtertuinen
en soms wat voor achtertuinen.
Ook de zuidgevel, mijnheer de voorzitter, is vanwege de Boerenleen
bank niet te overzien. Dit gebouw zit ingesloten. En dat alles om
het toch maar aan de Markt te krijgen. Dat mogen wij een raadhuis
nooit aandoen.
Volgens de jury zou dit gebouw uitwendig meer de inwendige indelingen
moeten accentueren. Een principe waar ik achtersta. Ilc meen zelfs,
dat Beritlage in 1903 met zijn beurs in Amsterdam daarmede al een
precedent schiep en de toon aangaf bij het bouwen van de beurs.
Maar als we de gevels gaan veranderen ten koste van de rustige en
tijdloze indeling, dan wordt dit principe toch weer geweld aange
daan. Dit lijkt me paradoxaal.
Volgens de jury hadden de ontwerpers de moed ora al te wijhen van cxe
gegeven planologie. Daar ben ik mee akkoord. Haar daardoor heboen ^e
in hun opdracht een beperking weggenomen, die de andere architecten
wel hebben geaccepteerd. Zij maakten het zich. dus wel gemakkelxj>ex
En de planoloog moet zich dan. maar aanpassen.
Dat grote plantsoen - die brink - sprec.ct me wel aan, al ben ik^ bang
dat al gauw delen ervan zullen worden benut voor parkeergelegenheitL
Is die brink financieel te redden? Vormt ze ook niet een te groot
in de bebouwing? Misschien wel niet, maar het is toch goed diu te
overwegen. De inpassing van het theehuisje is ideaal. (Als het ten
minste tegen die tijd nog bestaat).
Het gebouw kan vanaf de Harkt slechts tevoet worden benaderd, wat
een handicap kan zijn bij officiële ontvangs een. Niet bij trouwgioep^n
want daarvoor is een regeling getroffen.
Een bijzonder markant detail is de trouwzaal op kolommen tegen de
westelijke topgevel. Dit is geestig gevonden en geeft een fraai beeld
op de Markt, al is het weggedrukt achter het huis van \'an Domburg.
Alleen de vreemde assymetrische plaatsing van dit gebouw kan ik niet
goed verklaren. Het komt mij voor dat er wel een verklaring vqor xs.
Ik dacht ook, dat de plaatsing van dit gebouw in die hoek eveneens
het bezwaar had, dat het te dicht bij het huis van Van Domburg stond.
Het kan niet anders, maar het is een bezwaar.
Nu wat het interieur betreft.