- 10 -
Dit" zijn dan de cijfers die ik getracht heb te combineren en te
analyseren, mijnheer de voorzitter, om te zien of hier een gegeven
uit te putten viel. De conclusie is wel dat de mensen vertrekken
naar de plaats waar men werk heeft. Liefst in de nabije omgeving,
waar gemakkelijk een woning is te vinden.
Een conclusie te trekken wat er aan gedaan moet worden zou ik de
voorzitter willen vragen.
De VOORZITTER vindt het prettig dat het uitgebreid verstrekte
materiaal is bestudeerd en dat tot goede en minder goede con
clusies is gekomen.
De bedoeling van het streekplan is - West-Brabant is het eerste
streekplan; het is de bedoeling, dat de gehele provincie streek
plannen zal krijgen - een bepaalde ontwikkeling te geven aan het
betreffende gebied. Spreker haakt in op de stelling dat de trek
van de bevolking daar naar toe is, waar er werkgelegenheid is.
Dit heeft twee oorzaken.
De stimulering van industrie is daar,waar van overheidswege in-
dustrie wordt toegelaten. Voornamelijk' in de grote plaatsen. Dit
is neergelegd in het streekplan. De bestemmingsplannen van de
onderscheidene gemeenten moeten hieraan aangepast worden. Onze
gemeente heeft b.v. een landelijk karakter er moet derhalve
woongemeente zijn.
In verband met de werkgelegenheid krijgen de industrie-gemeenten ook
extra woningbouw toegewezen. Zowel premie- als woningwetwoningen.
De normale toewijzing voor woningwet- en premiewoningen is er voor
onze gemeente. Echter niet de extra toewijzing voor industrieves
tiging. Spreker wijst ook nog op het facet, dat de woningnood m
de na-oorlogse jaren, alleen uit een oogpunt van huisvesting, aan
een vertrek uit de gemeente meewerkte.
De spreker is het eens met de gedachte, als naast de Shell-chemie
Moerdijk ook nog de tweede nationale luchthaven in West-Brabant
zou komen, waarvan overigens nog niemand kan zeggen of ze wel
of niet komt, dat er dan een zodanige econoniische wijziging ook
komt in West-Brabant, waardoor het streekplan Westplan West-
Brabant praktisch van de tafel wordt geveegd»
Spreker belicht verder de premieWw, De*e kan inderdaad worden
gestimuleerd. Er zit" echter wel een bepaalde zorg aan vast.
Het rijk wijst jaarlijks aan de provincie een bepaald aantal premies
toe. De provincie moet deze over de gemeenten verdelen.
Gaat men b.v. een actie voeren voor premiebouw, dan zal de praktijk
worden dat honorering van een bouwplan nog langer gaat duren.
Momenteel zit de gemeente al geruime tijd op premietoewijzing te
wachten. Deze toewijzing houdt dus onmidddljjk verband met het
beleid van de rijksoverheid te dezer zake. Om het bevolkingsaantal
op te voeren ziet spreker als enige mogelijkheid, dat de mensen
vrijwillig de keus maken voor het wonen in de landelijke dorpen,
derhalve niet direct in de naaste omgeving van het werk.
De ligging en de aantrekkelijkheid van het dorp moet hierbij zeer
zeker in acht worden genomen.
Spreker brengt ook te berde, dat de gemiddelde gezinssterkte, verge
leken met een aantal jaren gebden is verminderd.
Vooral in een agrarische gemeente als de onze spreekt dit sterker»
Immers de gemiddelde gezinssterkte is altijd, ook landelijk gezien,
Tn een agrarisch gebied hoger geweest. Gezien de huidge ontwikkeling
en de mogelijkheden die:^ er in het kader van het streekplan zijn,
mogen we momenteel niet ontevreden zijn.