- 9 - Hier zit toch wel een bepaald systeem achter# He.t is een tamelijk natuurlijk verschijnseldat de mensen liever in de stad wonen dan óp het platteland. De steden groeien ook sterker omdat dit door de overheid wel enigszins wordt gepousseerd. Zowel door de provincie als de landelijke overheid. Daarnaast, mijnheer de voorzitter, streeft men er na tussen die bevolkingscentra open gebieden te krijgen, open ruimten, om die bevolkingscentra van elkaar te scheiden om zo een prettig woonklimaat te verkrijgen. Ik kan hier wel achter staan. U zegt ook in uw antwoord, dat het streekplaien het bestemmingsplan de groei wel enigszins tegenhoudt. Dit streekplan is een regeling van provinciale staten met een ontwikkeling in deze streek "in die richting. Er zyn wel Consequente beslissingen gejèomen. Shell-Chemie Moerdijk doorkruist het beginsel zonder meer. Men hoeft dan nog niet te denken aan een vliegveld. Hierdoor wordt dan het plan geheel op losse schroeven gezet. Het was ook interessant te weten waar de mensen naar toe gaart. Dat ben ik aan het afchequen gewee at aan de hand van de van u verkregen gegevens. Er zyn enkele lïkajgpante opmerkingen over te maken. Ik heb het inkomen van een >ep5n.lde gemeente en het vertrek naar de bepaalde gemeente uitgerekend en dan blijkt dat er naar Oudenbosch 299 mensen méér naar toe zijn gegaan dan er uitgegaan zijn. Roosendaal 860, Etten-Leür 56, Breda 81 Hier spreekt zonder meer de werkgelegenheid uit. Dat zijn de plaatsen, waar de mensen werk hebben gevonden en woonruimte. In eerste instantie dacht ik, dat bij deze mensen de werkgelegenheid primair gesteld moet worden, die er toe bijgedragen heeft te verhuizen. We hebben ook enkele gemeenten in de buurt die wel meer mensen naar onze gemeente hebben gestuurd en dat zijn juist de gemeenten uit de Noord*Westhoek. Dat zijn Fijnaart c.a., Dinteloord c.a., Hoeven en Klundert, Uit die gemeenten zjjn dus meer mensen naar Gastel gekomen, dan van Gastel naar die gemeenten. Dit is juist typisch voor de kleige meenten, waar onze gemeente enigszins een pluspunt heeft. Ik heb ook getracht dit met de woningbouw in contact te brengen. Dit is moeilijk. Ik heb bezien of er eert samenwerking was; de mi gratie en de woningen in de verschilletide gemeenten. Ik heb van u cjjférs gekregen van de laatste twintig jaren. Gemid deld zijn er in onze gemeente 35 woningen per jaar gebouwd. In 1971 was dit iets hoger (84). In 1972 74 woningen. Ik heb opgemerkt, dat het grootste aantal woningen lag in de premiebouwsector, in grote lijnen gezien. Dit naast de woningwetwoningen en een kleine groep in de vrije sector. De vraag is in verband hiermede of de premiebouw moet worden ge stimuleerd. Dit is de sector die schijnbaar hier wel aanspreekt. Als ik de woningbouw vergelijk met de rest van Brabant dan steken wy echt nog niet zo gek af. Wij bouwen wel niet zo sterk als in geheel West-Brabant. Vergeleken met de toename van de bevolking is de woningbouw sterker gegroeit in onze gemeente. De woningbouw in Gastel - ik heb de cijfers van 1956 tot 1971 - is met 32$ vooruitgegaan (in plaats van 1500 woningen hebben we 2000 woningen gekregen). In geheel West-Brabant is dit 66$. Dit laatste is wel tweemaal zoveel, doch ten opzichte van de groei van geheel West-Brabant is dit niet zo ongunstig.

Raadsnotulen

Oud en Nieuw Gastel: 1938-1980 | 1973 | | pagina 37