- 7 - Het is voor ons bestuurderen en voor uw staf van ambtenaren toch wel plezierig te constateren, dat er groei zit in de gemeente. Dit is een morele steun voor het werk en geeft aan dat het er prettig wonen is. Ik zou graag uw visie hierover horen. De VOORZITTER zegt ten aanzien van de bevolkingsloop in de laatste jaren, op langere termijn gezien, een beperkte groei van het aantal inwoners kon worden geconstateerd. Een paar jaar teruggang geeft niet de juiste situatie weer. Met moet het op lagere termijn bezien. De geboortebeperking speelt uiteraard eveneens een rol. Spreker wil doen onderzoeken hoe de loop van b.v. de afgelopen 20 jaar is geweest van geboorten, overlijden, vestigingen en vertrek en ten aanzien van vestigingen en vertrek ook de plaats vanwaar gekomen en waarheen gegaan. Er zijn heel veel gegevens nodig om te kunnen bepalen, waartoe ves tigingen en vertrek heeft geleid. Spreker heeft er wel een bepaalde indruk van, doch wil dit toch nauwkeuriger laten onderzoeken. Spreker is van mening dat op het moment niet van enige verontrusting kan worden gesproken. Zulks ook aan de hand van ten dienste staande gegevens. Spreker onderschrijft zonder meer, dat het leuker en inte ressanter is, dat gezegd kan worden, dat de bevolking toeneemt. Spreker is ook van mening, dat een onbeperkte groei ook niet gunstig moet worden genoemd. Het streekplan West-Brabant en het bestemmingsplan van de gemeente houdt ook een beperking van de groei in. Niettemin wórdt van gemeentewege zoveel mogelijk medewerking verleend om bouwplannen te kunnen realiseren. De werkvoorziening in de omgeving is, behoudens een bepaalde neer» gaande conjunctuur op een bepaald moment -hetwelk soms zelfs een europees verschijnsel is- binnen een alleszins verantwoorde afstand van de gemeente aanwezig. Op dit moment zijn er meer werkloos ingeschrevenen als een paar jaar geleden. Dit heeft alleen met de conjuncturele omstandigheden te maken. De mannelijke beroepsbevolking kan in het algemeen in de om geving aan werk worden geholpen. De vestiging in de gemeente van industrie is voldoende bekend naar aanleiding van het streekplan. Met de uitbreiding, enz. van gevestigde industrieën in de gemeente moet uiteraard rekening worden gehouden. De heer AKKERMANS heeft cijfers gezien van de Westhoek van Brabant van 1951 en van vandaag en hieruit volgt, dat Oud Gastel maar heel zachtjes is gegroéid. In het algemeen zit er een groèiper jaar in. De laatste twee jaren is er resp» een achteruitgang van 8 en 48 personen. Spreker vindt dat naar een dal gegaan wordt. Spreker hoopt het echter niet. Het in te stellen onderzoek zou enig licht kunnen brengen in de situatie. De VOORZITTER vindt het vooralsnog voldoendej intern een onderzoek in te stellen. Mocht het nadien nodig blijken, dan kan alsnog een commissie voor onderzoek in het leven worden geroepen. De heer AKKERMANS kan zich hiermede verenigen en hoopt, dat het onderzoek lichtpunten kan geven, waardoor eventueel het beleid zich aan kan passen. b. De heer AKKERMANS heeft in de pers gelezen, dat de raad van elf van de karnaval op bijzonder ludieke wijze aandacht geschonken heeft aan de verbinding met Kruisland. Met name de baleybrug» De karnavals- vereniging doet dus nog iets meer als plezier maken en zieken be zoeken. Spreker vindt deze aktie sympathiek en vraagt zich af of de gemeente eveneens nogmaals de aandacht bij de provincie wil ves tigen op dit tekort in verkeersverbinding. De VOORZITTER zegt dat dit onlangs nog is gebeurd.

Raadsnotulen

Oud en Nieuw Gastel: 1938-1980 | 1973 | | pagina 26