De heer AKKERMANS zegt het volgende» In de nieuwjaarsrede zijn positieve geluiden te horen ten aanzien van de zorg die besteed wordt ten behoeve van de bevolking, o.a» maatschappelijk werk, regio, onderwijs» Voorts dient de leefbaarheid zo goed mogelijk bevorderd te worden. Terecht worden veel verbeteringen gesteld, o.a. woningbouw en andere voorzieningen, waaronder het zwembad® Er is echter een dissonant, n.1® de terugloop van de bevolking. Als we zien dat de buurgemeenten wel vooruitgaan, is dit een onple zierig bericht. Heel diplomatiek zegt u, dat dit niet verontrustend is. Ik ben het hiermede enigszins met u eens. Het is "nog niet" verontrustend. Wat me wel aanspreekt is, dat het aantal gezinnen vermeerdert!^en het aantal woningen, hetgeen een economische vooruitgang is. Hier ben ik wel gevoelig voor. Indien er echter ook nog meer inwoners komen, dan is de economische vooruitgang nog sterker. Ik ben bereid met u te hopen, dat er volgend jaar een kentering komt in dit getij. Wat me wel intrigeert, mijnheer de voorzitter, is de reden van die achteruitgang. U hebt de cijfers geanalyseerd® Zoveel geboorten, zoveel sterfgevallen zoveel vertrek, zoveel vestigingen® Vergeleken met het vorige jaar (1971) zÜn er minder vestigingen. De achteruitgang zit derhalve in de migratie. De mensen zijn gelukkig vrij waar ze gaan wonen. Dit is een groot rechtwaaraan niet moet worden getornd. Maar het is niet verkeerd de migratie om te buigen in een gunstiger resultaat Dit wordt o.a. al bevorderd door verhoging van het woonklimaat. Onze plaats is niet erg gezegend met landschapsschoon. De polder wordt slechts door een enkele boerderij gestoffeerd. Er is inmiddels wel een groenplan ontwikkeld, in samenwerking met de dienst openbare werken en de commissie openbare werken® We moesten de oorzaak kennen van de"mindere import". Dit is heel moeilijk. De afdeling bevolking zou wellicht hieromtrent informatie kunnen geven. Ik zoii het op prijs stellen als er een klein comité zou kunnen worden opgericht, een commissie ad hoc, die deze aangele genheid zou kunnen onderzoeken. Die nagaat, waar de vertrekkende mensen heen gaan en waarom, en de komende mensen, waar ze vandaan komen en waarom. Dit is een soort enquete» Als de woningbouw terug zou lopen, dan is er een oorzaak. Het kan ook verband houden met de werkvoorziening en de plaats waar de mensen wonen. Als de mensen vertrekken omdat ze elders werken en dichter bij het werk willen wonen, dan is hier niets op tegen. Het enige wat we kunnen doen is het bevorderen van werkgelegenheid ter plaatse. Het is al eens meer gezegd, dat het verschrikkelijk moeilijk is om werkgelegenheid aan te trekken? industrie te vestigen, zoals we dat noemen. We kunnen geen faciliteiten verlenen. De groei van de bestaande bedrijven mede bevorderen is iets, dat we wel kunnen. Ik ben van mening, dat we dit al doen. Alleen wil ik graag onderstrepen, dat we daar steeds mee door moeten gaan Ik weet niet of deze zaken regionaal wel eens aan de orde komen, doch ik geloof niet dat het daar op de juiste plaats is: dit zou touwtrekkerij kunnen worden. Een andere vraag is uit welk deel van onze gemeente de mensen vertrek ken. Vertrekken ze naar naburige gemeenten, waar ze hun werk hebben?

Raadsnotulen

Oud en Nieuw Gastel: 1938-1980 | 1973 | | pagina 25