- 10 - Dit vindt speker een jammerlijke zaak. Dit was niet de bedoeling van hetgeen waarby is stilgestaan. Het is naar sprekers mening ter wille van de duidelijkheid goed, dat er een onderling gesprek zal plaatsvinden om verkeerd begrepen opmerkingen tot een beter inzicht te brengen en de bedoelingen niet verkeerd overkomen. Spreker heeft er geen behoefte aan een punt als het onderha vige in een openbare raad aan de orde te stellen, daar het hier niet thuis behoort. Spreker wenst hierop liever niet verder in te gaan; een persoon lijk gesprek is nuttiger. Wanneer met dergelijke zaken verder wordt gegaan, kan dit uit monden in een onsmakelijke rel, waarvan het publiek kan smullen en de betrokkenen misschien nog pijnlijker worden getroffen. Wat het rapport zelf betreft en nog enkele aanwijzingen welke zijn verstrekt heeft de heer RUIJTEN tot de overtuiging gebracht, dat de schoolartsendienstzoals die wordt genoemd, redelijk a functionneert. Dit wil zeggen, dat de zaak niet optimaal functionneertHet niet optimaal functionneren is voor spreker duidelijk aan overmacht te wyten. Te denken b.v. aan personeelsbezetting. Het blijkt bij de dienst ontzettend moeilyk te zyn om een vol ledige personeelsbezetting te hebben. De VOORZITTER merkt hierbij op, dat per 6000 kinderen in het werkgebied één schoolarts ter beschikking wordt gesteld. Dat wil zeggen, dat gezien het aantal kinderen (17.OOO) er 2? schoolarts gesubsidieerd wordt Bij 18.000 kinderen: drie. De dienst kan niet meer mensen aan trekken, Spreker merkt op, dat de schoolartsendienst een klein onderdeel is van de G.G.D. De heer RUIJTEN herhaalt, dat de zaak redelyk functionneert, hoewel hij liever zag dat de dienst meer optimaal zou function neren. De opmerkingen zouden voor de schoolartsendienst aan leiding zijn, de dienst uit te breiden. De VOORZITTER memoreert, dat het nog moeilijker gaat worden, daar er 15 maart a.s, een schoolarts met pensioen gaat, waar- voor nog geen opvolger is benoemd, De betreffende oproeping heeft al in ruime mate in de daarvoor bestemde bladen gestaan, doch er is nog geen sollicitant opge komen, die aanvaardbaar kan zyn. De heer RUIJTEN ziet hierin ook de overmacht, waarom de diqnst niet optimaal kan functionneren. De heer KOEVOETS brengt ter tafel, dat de voorzitter in de vorige vergadering naar aanleiding van de vraag van de heer Ruyten, heeft toegezegd een onderzoek te zullen instellen» Spreker vraagt of informatie is ingewonnen. De VOORZITTER repliceert, dat hy een rapport heeft samenge steld te dezer zake en dit ter inzage heeft gelegd bij de raadstukken» Dit rapport is aan de heer Ruyten, als woord voerder toegezonden. Uit de ingekomen stukken blykt duidelijk, dat het rapport aan de raad ter inzage is voorgelegd, Dit rap port behoeft geen aanvulling. De heer KOEVOETS memoreert, dat de voorzitter in de vorige vergadering heeft gesteld, dat de schoolartsendienst helemaal by was. Volgens door de heer KOEVOETS verkregen inlichting is deze dienst niet zo goed by als de voorzitter dacht. De VOORZITTER gaat hierop niet verder in, daar hy heeft ge rapporteerd aan de raad. Spreker sluit de discussie.

Raadsnotulen

Oud en Nieuw Gastel: 1938-1980 | 1973 | | pagina 10