- 4 -
De heer AKKERMANS informeert naar de wijze van taxatie van de ge
bouwen.
De VOORZITTER vindt het niet eenvoudig, doch het kan wel meeval
len. Immers, de woningen van de woningstichting zijn bekend. De in
de laatste jaren gebouwde nieuwe woningen zijn by de gemeente ook
bekend. De oudere woningen moeten getaxeerd worden. Overwogen wordt,
dit in samenwerking met andere gemeenten te doen om de perceptie
kosten zo laag mogelyk te houden.
Spreker vermeldt, dat van de 12 regiogemeenten er 9 besloten heb
ben de grondslag economische waarde toe te passen.
Mevrouw AKKERMANS vraagt zich af, of de huurwaarde van de perso
nele belasting als maatstaf kan dienen. De VOORZITTER merkt op,
dat geen doublures moeten komen van bestaande belastingen.
De heer AKKERMANS constateert dat de belasting meer moet opbrengen
100.000,--), hetgeen o,a. ook doorwerkt in de aanslag voor de
stichting woningbouw St. Bernardus. Spreker vraagt of dit ook van
invloed is op de huurprijs van de woningwetwoningen.
De VOORZITTER is van mening, dat dit nog al mee zal vallen op gror^F
van de volgende overwegingen.
Voor de woningstichting vervallen een aantal belastingen. De méér
opbrengst van de onroerendgoedbelasting ontstaat ook door betaling
door de gebruikers.
Voorts ontvangt de woningstichting een rijksbijdrage in het exploi
tatietekort, gebaseerd op normen, welke zo nodig aangepast kunnen
worden.
Bovendien mag de huur niet zonder ministeriele goedkeuring gewijzigd
worden.
Het ligt eerder op de weg een vérhoging van de rijksbijdrage te vra
gen.
Op de desbetreffende vraag van de heer AKKERMANS licht de VOORZIT
TER toe, dat de eerste periode van de belasting op 5 jaar gesteld
zal worden. Dit is het maximum. Daarna zullen mogelijke herzienin
gen van taxatie plaats kunnen vinden.
De heer AKKERMANS informeert of overheidsgebouwen vrij van belas
ting zijn.
De VOORZITTER kan dit niet met zekerheid zeggen.
De heer AKKERMANS heeft gelezen in het preadvies, dat de onroerend
goedbelasting niet behoeft te leiden tot belastingverzwaring. Toch
wil men 100.000,-- méér ontvangen. Hoe kan dit?
De VOORZITTER licht toe, dat door het vervallen van een aantal be
lastingen de belastingbetaler in totaal gezien een gelyk bedrag
aan belasting betaalt, doch dat de gemeente meer inkomsten krijgt
(becijferd is een bedrag van 41.204,--).
De VOORZITTER memoreert verder, dat indien de gemeente nu de be
staande gemeentelijke belastingen, straatbelasting, rioolbelasting,
reinigingsrechten, opcenten personele belasting, tot het maximum
verhoogt, hierdoor ruim 100.000,-- meeropbrengst wordt verkregen.
De heer AKKERMANS heeft gelezen, dat bedrijfsruimten heel sterk
worden getroffen. Spreker is bevreesd, dat dit prijsverhogend zal
gaan werken.
De VOORZITTER brengt in verband hiermede ter tafel, dat de grond
slag economische waarde juist voor bedrijfsgebouwen, o.a. opslag
ruimten, gunstiger is, dan de grondslag oppervlakte.
Zeer zeker zullen indien de eerste aanslagen worden opgelegd, be
zwaarschriften komen, welke de grondslag aanvechten.