- 3 -
7Vaststelling grondslag Onroerendgoed-belasting (classificatie-
nr e? - 1 711
(preadvies nr.73.122)
De VOORZITTER licht het voorstel nader toe. Diverse gemeenten heb
ben de onroerendgoedbelasting laten ingaan op 1 januari 1975»
Aangezien de gemeente Oud en Nieuw Gastel de bestaande belastingen
nog kan verhogen valt de gemeente nog niet onder de "artikel 12"
gemeenten.
Om een zo goed mogelijke voorbereiding te kunnen hebben ligt het in
het voornemen de onroerendgoedbelasting te laten ingaan op 1 janu
ari 1976.
Voor zover de gemeenten in de regio een besluit hebben genomen, is
geopteerd voor de economische waarde als grondslag van de heffing.
Een gemeente had als opslag de oppervlakte vastgesteld, doch is
hierop teruggekomen, na een gesprek met de Vereniging van Nederland-
sche Gemeenten.
De kern van de belasting is een eigen belasting voor de gemeente.
De heer ERNEST vraagt of er een verschuiving plaats vindt van belas
tingbetaling voor bepaalde groepen van de bevolking.
De VOORZITTER memoreert, dat door de economische aard een riantere
woning een hogere waarde wordt toegekend, zodat afhankelijk van de
economische waarde, die de grondslag van de belasting is, de belas
tingaanslag hoger wordt. Dit is ook billijk.
Op de desbetreffende vraag van de heer ERNEST repliceert de VOOR
ZITTER, dat de onroerendgoedbelasting een 100.000,-- meer aan
inkomsten kan geven.
Dit is ook nodig, gezien de begrotingspositie.
De heer ERNEST merkt op, dat in het preadvies nog al wat vreemde
woorden zijn opgenomen, die de duidelijkheid niet ten goede komen en
verzoekt naar aanleiding hiervan in het vervolg dit in Nederlandse
bewoordingen te doen, dan wel een verklaring van de betekenis te
geven.
De VOORZITTER kan er in komen, dat het moeilijk kan zijn, doch de ge
bruikte woorden zijn in het belastingwezen algemeen. Getracht zal
worden met de gemaakte opmerking zoveel mogelijk rekening te houden.
De heer ROOSENDAAL vraagt naar de opbrengst. De VOORZITTER licht
toe, dat thans wordt beslist over de grondslag. Daarna wordt be
zien hoe groot de opbrengst moet zjjn en op basis hiervan wordt het
tarief bepaald.
Uiteraard moet rekening gehouden worden met de behoefte aan midde
len om de gemeentelijke huishouding zo goed mogelijk te laten func
tioneren.
De heer AKKERMANS heeft gelezen, dat de heffing maximaal 12$ van
de gebruiker en 15$ van de eigenaar mag zijn van de algemene uitke
ring uit het gemeentefonds, verminderd met de kosten van sociale
zorg.
De heer AKKERMANS vraagt zich af of minder draagkraohtigen de be
lasting zwaar komt te liggen.
De VOORZITTER memoreert, dat volgens de grondwet ©en privDegien
op het stuk van belastingen mogen worden verleend, zodat de aan
slag betaald moet worden. Het ligt wel in de lijn, dat minder draag
kraohtigen b.v. niet in een huis zullen wonen met een hoge econo
mische waarde.