X=12irZ5 - 8 - Roosendaal (eenmaal, 5 j. geleden, vergelykingsgemeentè toen ik 85--*en Roosendaal 75,-- gaf, hetgeen toen bij beroep 102,-- werd) Roosendaal gaf in 1972 188,-- geeft in 1973 f 202,50» Onze eigen gemeente BuL„0„ 200,-- 265,- verhoging 32^$ waaronder het zwemmen Becijfering; basis 170,-- i) 2% 192,-- 150,-- 3'2i$= 198,75 Zwemmen f 6-- 13, Gemeenschappelijke regeling bestuursacademie Noord-Brabant classificatienr-207 5711 (preadvies nr.: 72«136) Mevrouw AKKERMANS informeert of in de regeling een bepaling*' is opgenomen, dat, ,indien iemand na een bepaalde duur van de studie- deze voor eigen rekening dient te nemen. Ook ingeval iemand een^P studie (tijdelijk) staakt en na verloop van jaren weer voortzet. De VOORZITTER zet het verschil -uiteen van de voorliggende gemeen schappelijke regeling enerzjjds en de studiekostentoelageregeling welke iedere gemeente zelfstandig vaststelt. Deze laatste is doors, zover bekend, alle gemeenten vastgesteld. Spreker heeft meerdere malen betoogd niet altijd gelukkig te zijn met de studiekostentoelageregeling. Ambtenaren van weleer hebben de kosten zelf moeten betalen. Het behalen van een diploma brengt immers een positieverbetering iflet zich mee. Allengs wordt meer van overheidswege bijgedragen in studiekosten en wordt diensttijd gebruikt voor het volgen van lessen. In de praktijk is het altijd niet even gemakkelijk de verordening toe te passen. Spreker geeft toe, dat deze verordening wel eens te soepel wordt gehanteerd. Het gemeentebestuur ziet er nauwgezet op toe, dat de verordening zo goed mogelijk wordt toegepast. Er wordt gehoopt, dat geen onprettige maatregelen getroffen zullen moeten worden. Mevrouw AKKERMANS vrpagt speciale aandacht voor een te lichtvad^ dig toepassen van de verordening. De heer ERNEST wil een verband leggen tussen de gemeenschappelijke, regeling en de studiekostenverordening. Het gaat wel over de zeil de studie, aldus de VOORZITTER, doch de organisatievorm is anders. Tot nu toe is de vakopleiding onder supervisie van de afdeling Noord-Brabant van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten. Het wordt nu een gemeenschappelijke regeling, zoals ook reeds in alle andere provincies is geschied. Enig verband kan in zoverre gelegd worden, dat cursisten van ge meenten, welke niet deelnemen aan de gemeenschappelijke regeling meer lesgeld moeten betalen, ja zelfs geweigerd kupnen worden de lessen te volgen. Indien meer lesgeld betaald moet worden moet de gemeente ook meer bijdragen aan de cursisten op grond van de studiekostenregeling. De gemeenschappelijke regeling kost de gemeente geld. Anderzijds worden thans bijdragen verleend aan de afdelxng Noord-Braban va de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, inbegrepen m de con - n. De he er ^MARCELISSEN vindt het onjuist, dat de gemeente moet bijdrage; in de studiekosten.

Raadsnotulen

Oud en Nieuw Gastel: 1938-1980 | 1972 | | pagina 86