11 -
ongenoegen kenbaar te maken en op spoedige nakoming van de gedane
toezeggingen aan te dringen. De betreffende brièf aan gedeputeerde
staten is verzonden op 20 juni 1972. Nu, byna vijf maanden nadien
is hierop taal noch teken ontvangen.
Mijnheer de voorzitter, ik vraag me af, hoe u de houding van gede
puteerde staten en provinciale waterstaat in deze vindt.
Voor mij is er maar één antwoord: onbeleefd, onbehoorlijk, zoniet
beschamend.
Ik dring er dan ook met klem op aan dat er een persoonlijk bezoek
aan de provinciale griffie wordt gebracht en bij geen resultaat
zelf de zaak maar ter hand te gaan nemen, een begroting van kosten
te laten maken door de PNEM en de provincie dan te verzoeken een
flinke bijdrage in de kosten van de verlichting te verstrekken.-
Zo kan het niet langer en dat behoeven we ook niet te nemen.
De raad is het hiermede eens.
De VOORZITTER zal gevolg geven aan de uitnodiging. In de praktijk
zal het echter heel wat voeten in de aarde hebben. Spreker zal
een gesprek aanvragen met het betrokken lid van gedeputeerde staten,
i. De heer AKKERMANS memoreert de bijeenkomst op 6 november 1972 in
Wouw van de raden van de regio's Bergen op Zoom en Roosendaal.
De meerderheid was voor de veranderingen welke door het bestuur
zijn voorgesteld en uiteindelijk kon een door de vergadering aanvaard
bare gemeenschappelijke regeling worden voorgelegd.
Spreker vond de laatste wijzigingen getuigen van realiteitszin en
beantwoordden zeer -wel aan de in vorige vergaderingen gemaakte op
merkingen en voorstellen.
Te denken b.v. aan uitbreiding van de Geswestraad tot ^8 leden en
het behoud van de adviesraad (De wijsheid van de burgemeester kan
niet gemist worden, al dachten sommige raadsleden er anders over)
Onze gemeenteraad was goed vertegenwoordigd en over het algemeen
konden de voorstellen de instemming hebben.
Enkele tegenstanders, die gehoord zijn, zijn later door hun eigen
gemeenteraadsleden om hun nummer gezet.
Spreker vond wel, dat de opmerkingen van de gemeente Rucphen reëel
waren en kan zich dat van die gemeente voorstellen, aangezien deze
een regiogrensgemeente is en als zodanig contacten en relatie heeft
met b.v. Etten-Leur en andere gemeente aan de oostzijde van de
regio-grens
De VOORZITTER en de heer AKKERMANS discussieren over het begrip
grensgemeenteook tegen de achtergrond van de situatie welke
gegroeid is met betrekking tot Etten-Leur.
De heer AKKERMANS kan zich voorstellen, dat Rucphen tegen de be
sluitvorming was.
De VOORZITTER is van mening, dat Rucphen een geheel vrijblijvende
wil, maar dan in groter verband. De gemeente verwees ook vaak naar
de "WEB", een advieslichaam. Dit heeft niets te maken met de
huidige gewestsituatieDe heer AKKERMANS wyst nog op de Kamer
van Koophandel en Fabrieken welke voorstander is van een groot
gewest West-Brabant.
Spreker kan zich dat voorstellen, daar het groot gewest het terri
toir omvat van de Kamer van Koophandel.
Een ex-wethouder van Breda waarschuwde daarentegen te streven naar
een groot gewest West-Brabant, omdat de mensen het gewoonweg nog
niet willen.