- 8 -
Moge het ook zo in 1971 blijven, hoewel de toekomst, geloof ik, er
niet zo rooskleurig uitziet.
Wat het zwembad betreft, mijnheer de voorzitter, wil ik namens de
fractie nogmaals aandringen op een overdekt zwembad, omdat dat
naar onze mening voor onze gemeente het meest reëel is.
De vulling van de Markt kan alleen maar zeer welkom zijn.
Wat het onderwijs betref t moet ik mijn buitengewone voldoening uit
spreken over de huisvesting, zoals deze het onderwijs op het ogenblik
in onze gemeente geniet. Wel blijf ik, mijnheer de voorzitter, aan
dringen op verder optrekken van "artikel 101".
Mag ik dan de hoop uitspreken, dat 1971 voor onze gemeente een even
goed- misschien nog een beter- jaar zal mogen zijn, dan 1970 is geweest.
De VOORZITTER dankt de heer Van Zundert voor het gesprokene.
Verder voert de heer ROOSENDAAL het woord als volgt.
Mynheer de voorzitter, als oudste raadslid wil ik namens de gehele
gemeenteraad u danken voor alles wat er gedaan is. Veel is er in
Oud Gastel veranderd, door afbraak van oude gebouwen en de bouw van
nieuwe woningen en gebouwen.
Groot zijn de wensen van de jeugd en de ouderen.
De ouderen vragen zich af of ze nog kunnen wandelen in het park
achter het gemeentehuis. Rustig gelegen met een vijver, waar men rus-
tig kan vissen en eendjes voeren. Hiervan kunnen we genieten, want
zwemmen kunnen wij niet meer. De begrotingscijfers zijn amper bij te
houden. Vroeger ging het om duizenden, thans om miljoenen. Daar wen
je wel aan. Vroeger moest je voor 100,in de maand gaan werken
en nu krijg je 532,--.
Mijnheer de voorzitter, en mede raadsleden, er is goed voor de bejaar
den gezorgd. Mijn hartelijke dank. Dat wij samen met de zegen van hier
boven ons werk voort mogen zetten, dan zal het gemeentebestuur met
de raad samen met de bevolking van Oud Gastel in vrede leven.
Ik wens het gemeentebestuur en de bevolking een voorspoedig 1971
toeapplaus
De VOORZITTER dankt de heer ROOSENDAAL voor hetgeen hij naar aanlei
ding van de nieuwjaarsrede heeft gezegd. Spreker onderstreept dat
door samenwerking veel tot stand gebracht kan worden en samen moetenwe
trachten bepaalde resultaten te breiken.
Spreker hoopt ook, al kunnen de bejaarden dan niet meer zwemmen,
(misschien zou dit in de toekomst toch nog wel kunnen, wie weet) vooA
de bejaarden, het beste in 1971.
1 Onderzoek geloofsbrief van D.A. Schijvenaar sbenoemd verklaard
lid van de gemeenteraad classificatienr-2.07.51)
Volgens het reglement van orde van de gemeenteraad wordt allereerst
het onderzoek van i geloofsbrief van het benoemd verklaarde lid van
de gemeenteraad, de heer D.A. Schijvenaar saan de orde gesteld. Dit
in verband met het voorzien in de vacature, ontstaan door ontslagname
van de heer Van den Bergh als lid van de gemeenteraad.
Met instemming van de raad wordt door de voorzitter een commissie be
noemd tot onderzoek van de geloofsbrief, welke gevormd wordt door
drie leden, te weten de heren Marcelissen, Roosendaal en Ruijten.
De VOORZITTER overhandigt de benodigde bescheiden aan de commissie,
welke zich afzondert om de geloofsbrief te onderzoeken. De commissie
wordt bijgestaan door de secretaris.
De VOORZITTER schorst de vergadering gedurende het onderzoek van
de commissie.
Na de terugkeer van de commissie in de vergadering heropent de
VOORZITTER de vergadering en verzoekt de commissie verslag uit te
brengen van het onderzoek van de geloofsbrrfef.