- 6 -
De overgrote meerderheid van ons allen leeft in een gezins
verband. En daarin moet gy uw eerste en uw diepste geluk
vinden
Dat geldt ook voor iemand die in overheidsdienst gesteld is.
Misschien bestaat het gevaar om juist zo'n dag als vandaag
dit enigzins te vergeten of op de achtergrond wordt gedrukt.
Dat geldt ook voor onze burgemeester.
Ook hij moet zijn eerste en diepste geluk vinden in zyn eigen
gezin en daaruit de kracht putten om zijn ambt met enthousias
me en toewijding te kunnen vervullen.
Daarom juist vind ik het zo zinvol om in deze eucharistie
viering aan u te vragen om vooral te bidden vandaag voor
zyn gezin.
In ieder gezin komen prachtige dagen voor, vreugdevolle dagen.
Maar u allen kent ook dagen met zorg, met bekommernis.
Dat geldt ook voor dit gezin.
Om nu juist van hem te vragen, dat hy in de toekomst dit
ambt zal kunnen blijven vervullen met de hoogachting die hy
daar zelf voor heeft, daarom juist zou ik u willen vragen
om hier in de kerk op een bijzondere rranier te denken aan
zijn gezin en te bidden voor zijn gezin, waarin vreugdevolle
dagen voorkomen, maar ook dagen met zorg.
En dan een tweede punt.
Wy zijn hier bij elkaar met twee christelijke gemeenschappen,
kerkgemeenschappen: een katholieke kerk en een Nederlands
Hervormde kerk.
Sterk geïnspireerd door de bijbel hebben wij hoogachting voor
het gezag. Het woord van God heeft het ons geleerd en leert
het ons nog.
Wij nemen aan dat alle gezag rechtstreeks komt van God. Ook
het gezag in onze burgerlijke maatschappij. En dat is niet
moeilyk te aanvaarden als de persoon die dit gezag draagt
daar zelf helemaal achter staat, ook zelf dit idee heeft.
Ik heb een opdracht te vervullen uit naam van God.
Zo zien wij het gezag.
En als we het zo durven zien, dan heerst er eensgezindheid,
liefde, dan heerst er ook onderlinge samenwerking.
Het is misschien pynlijk om te zeggen, maar juist de laatste
tijd wordt er op dit gezag zo dikwijls een aanval gepleegd.
Dat gaan wij niet doen. Dan komt er wanorde. Dan komt er
onrust. Dan komt er onzekerheid.
Nee, laten wij het houden bij onze godsdienstige beginselen,
dat het gezag door God en door God alleen gegeven wordt
en die mensen aan wie God dat gezag opdraagt, ook in de
burgerlijke maatschappij, trachten te ondersteunen en te helpen
opdat zy deze opdracht goed mogen vervullen tot ons eigen
geluk.
Ik durf hier die oproep te doen aan u allen.
Het gaat om onze gemeenschap, waarin rust, samenwerking heerst.
Het gaat ook om een kleinere gemeenschap waarin de eerste
liefde en de levenskracht gevonden wordt - ik bedoel hier
het gezin -.
Als we nu dit voornemen bij gelegenheid van dit jubileum hier
in onze gemeenschap trachten waar te maken: we willen het
gezag eerbiedigen, 't burgerlijk gezag, er mee samenwerken
en we willen het zien als een opdracht, ontvangen uit de handen
van God. En we gaan nog een stap verder, juist bij deze gele
genheid, en dit vooral voor de jongeren, voor de kinderen, die
zelf nog in gezinsverband leven: zo wil ik zijn gezag zien maar
zo wil ik ook het gezag zien van vader en moeder in die kleine
gemeenschap, waarin ik mijn geluk moet vinden.