- 3 -
werk datgene te kunnen doen wat nodig is voor een goede leefbaar
heid van het gebied. Steeds méér komt de nadruk op deze samenwer
king te liggen; u hebt dit dezer dagen nog in de kranten en nieuws
media kunnen lezen en horen. De staatssecretaris van binnenlandse
zaken heeft medegedeeld, dat nog dit jaar een wet omtrent de vorming
van stadsgewesten (regio's) aan de orde zal worden gesteld en dat
de mogelijkheid niet uitgesloten moet worden geacht dat deze wet per
1 januari 1972 in werking zal treden.
Nederland zal dan in een aantal gewesten worden verdeeld en in die
te vormen gewesten zal men moeten gaan samenwerken. Het is wel de
bedoeling dat dit van onderaf wordt opgezet, maar mochten bepaalde
gemeentebesturen niet bereid zijn medewerking te verlenen dan zal dit
volgens de wet zonder meer opgelegd kunnen worden. Tevens blijkt
uit de gegeven toelichting dat allerlei zaken, dus niet alleen
problemen welke met ruimtelijke ordening te maken hebben, via de
samenwerkingsverbanden aan de orde moeten worden gesteld, teneinde
op een zo breed mogelijk terrein gezamenlijk alle nodige voorzieningen
te kunnen treffen welke in het belang van de streek nodig worden
geacht
U ziet dus hieruit, dat binnen niet al te lange tijd eenieder hier
mede te maken krijgt en het dus nuttig is, dat u met deze aangele
genheid op de hoogte wordt gesteld, niet alleen hier maar zeker ook
via de regionaal te houden bijeenkomsten.
Ik meen overigens te kunnen stellen, dat de samenwerking in het j
West-Brabantse goed op gang komt; naast de regio's Roosendaal en
Bergen op Zoom is nu ook de regio Breda van de grond gekomen, zodat j
het mogelijk kan zijn, in afwachting van de daadwerkelijke wettelijke
gewestvorming, in federatief verband werkzaam te zyn. Indien een
goede wil aanwezig is kan immers in krachtige samenwerking veel
tot stand worden gebracht in het belang van de totale streek en
daar gaat het per slot van rekening om. Gaarne wil ik de hoop uit
spreken, dat wij ook dit jaar op vruchtbare wijze zullen mogen samen
werken in het belang van onze gemeente, doch ook in het belang van
anderen, die hierbij zijn betrokken.
Menende dat voldoende over samenwerking is gezegd, wat ik dus ge
zien het grote belang hieraan verbonden noodzakelijk achtte, en van
hieruit overgaande naar onze gemeente mag worden geconcludeerd, dat
u in het afgelopen jaar veel in het belang der gemeente hebt kunnen
en mogen doen; niet alle verlangens zyn tot uitvoering gekomen,
doch dat zal wel steeds het geval blyven en dat maakt u zelf in uw
eigen omgeving ook mede.
Heel dikwijls wacht de uitvoering van plannen op financierings
middelen en nog steeds moet hiervan worden gezegd, dat het ver
krijgen van vaste leningen een moeilijke zaak is. De centrale over
heid, die uiteindelijk hieromtrent dient te beslissen, houdt de
beurs nagenoeg gesloten, althans mede wat ons betreft; ook ande
re gemeenten worden uiteraard hiermede geconfronteerd; u hebt dit
onder meer nog kunnen lezen van een grotere gemeente, zoals
Roosendaal. Wanneer wordt gesteld dat op de overheidsuitgaven
moet worden bezuinigd, teneinde de betalingsbalans in evenwicht
te houden en het uit financieel-economisch oogpunt bezien
niet verantwoord wordt geacht onbeperkt te investeren, meen ik,
dat dit niet zo in het algemeen ten aanzien van de lagere over
heden mag worden gesteld en zeker niet ten aanzien van de middel-
grote en kleinere gemeenten. Het moet immers volkomen redelijk
worden geacht dat ook niet-grote gemeenten hun voorzieningenpak
ket aan de redelijke eisen van deze tijd aanpassen. Het gehele
Nederlandse volk dient te delen in de welvaart, dus ook een wel
vaart met betrekking tot redelijke voorzieningen in de gemeenten,
zodat eenieder, waar men ook woont op gelijke of nagenoeg gelijke
wijze gebruik kunnen maken van mogelijkheden tot een nuttige en
doeltreffende-