- 6 - Spreker geeft de volgende uiteenzetting» "Mijnheer de voorzitter. Zoals te doen gebruikelijk dient deze begroting te zijn een overzicht van de plannen van het gemeentebestuur voor het jaar 1972. En dat dan uitgedrukt in exacte cyfers en/of reële schattingen waar dat nodig is. Wij willen de aan onze zorgen toevertrouwde ingezetenen alles geven wat redelijk en financiëel bereikbaar is. Ook dit jaar. Maar de conjunctuur zit wel tegen. Ditzelfde lied klinkt in andere Nederlandse gemeenten en u hoort het bij ons terug. Wij hadden al een gröót verlanglijstje van nog niet uitgevoer de werken. Dit vanwege de tekorten van 's-rijks financiën. De ontwikkeling van de laatste jaren doei: daar nog een flinke schep bovenop. Maar we moeten -hoe jammer het ook moge zijn- er toch begrip voor hebben. Onze volkshuishouding moet evenals een gezinshuishouding worden afgestemd op de inkom^- sten. Dit is helemaal niets nieuws, mijnheer de voorzitter, maar het valt wel hard soms. Onze begroting ziende en bestuderend vallen enkele markante: punten op s 1. de sterke stijging van de kosten van salarissen en lonen; (ongeveer 38 2. eert nog sterkere styging van sociale zaken en maatschappe lijk werk. Zonder meer behoeft dit geen ongunstig verschijnsel te zijn. Immers dienstverlening door het gemeentepersoneel en sociale hulp en maatschappelijk werk vormen enkele van de meest sail lante bezigheden van het gemeentebestuur. En verhoging van deze beide goede dingen kan juist de bedoeling zijn. Wat de post salarissen betreft; daarover hebt u reeds een preadvies uitgebracht. Een redelijke verklaring. Maar een verhoging van 235.000,-- is toch wel veel en steekt sterk af van het begrotingstekort van ruim 100.000,--. De staging der kosten van sociale zaken en maatschappelijk werk bestaat uit een steeds grotere uitkering, met name die van de Algemene Bijstandswet. Ongetwijfeld een groot goed, maar een grote zorg. Wij zijn verplicht dit enorme bedrag ten gunste van alle ingezetenen iii de hand te houden. Wat niet direct in de begroting staat is de verhouding- gemeente tot rijk en provincie. Iets kunnen wij hierover aflezen in ons verlanglijstje op post kkOalwaar voor ruim anderhalf miljoen aan werken staan ver meld. De samenwerking met de provincie - gedeputeerde staten en provinciale waterstaat ligt misschien nog moeilijker. Reeds maanden en zelfs jaren wachten wij op definitieve beslis singen van de provincie, o.a. de beide nieuwe rondwegen rond Oud Gastel, waarvan het tracé nog steeds niet vaststaat-, on danks beloften plannen tydig op tafel te leggen. Hiervan af hankelijk is het Rijp er swegprob leem en het rijwielpad. Laatst doch niet het minst de definitieve vaststelling van het bestemmingsplan Oost met de Oostwand van de Markt. Nu de plannen Zuid en West zo goed als vast liggen en de terreinen afgebakend zijn wordt het de hoogste tijd het plan Oost aan te pakken. We moeten bij de plannèn minstens 5 jaar vooruitzien. We lopen in deze zaak beslist achter. Een laatste opmerking, mynheer de voorzitter, is, dat de belas tingstijging niet evenredig is aan de uitgavenstijging. Dit zijn enkele losse opmerkingen, welke ik in het kader van de begroting in het algemeen zou willen maken."

Raadsnotulen

Oud en Nieuw Gastel: 1938-1980 | 1971 | | pagina 128