- 3 -
Spreker is er helemaal niet tegen, de mensen te geven waar
ze recht op hebben, integendeel.
Spreker is er niet van overtuigd, dat niet meer wordt gege
ven, dan de mensen kilometers rijden.
Spreker heeft het zo goed mogelijk nagerekend.
In het kort gezegd als volgt. 365 Dagen per jaar, af: 52 zon
dagen, 52 zaterdagen, verplichte paas- pinkstermaandagen, 2e
kerstdag, verlofdagen
Er bUjveri dan 226 tot 230 werkdagen over.
Uitgaande van het aantal kilometers, gesteld door de commissie
opeibare werken op 12.000 zou er 53 km. per dag worden gereden.
Als iemand spreker kan overtuigen dat inderdaad 53 kilometer
gemiddeld per dag wordt gereden, dan is spreker achter elkaar
voor dit voorstel.
Spreker is echter nog niet overtuigd. Hij stelt voor de betref
fende mensen in de maanden oktober en november het aantal
kilometers te laten opschrijven, met de ritten en het doel waar
voor. In de gemeente Hoeven gebeurt dit ook.
Als dan blijkt dat het meer kilometers zijn, dan wordt de vergoe
ding méér; als het minder kilometers zijn, dan wordt de vergoe
ding minder.
Dit vindt spreker een redelijk voorstel.
De VOORZITTER merkt op, dat de motivering van wethouder VROLIJK
vanuit het college bekend is en dat hij voorstander is van een
kilometervergoeding aan de hand van de gemaakte notities.
Dit is niet onredelijk, doch een vast bedrag is gemakkelijker.
Het is vaak bezwaarlijk notities te maken en als deze gemaakt
worden, dan is het nog moeilijk te beoordelen of de ritten
noodzakelijk zijn gemaakt.
Wethouder VROLIJK ziet de redelijkheÜ van een vast bedrag ook
in, als tevoren, één of twee maanden het aantal kilometers is
vastgeslegd
De heer ROOSENDAAL merkt op, dan vanuit de commissie ook sprake
is geweest van een paar maanden de ritten te noteren en deze
uitslag te nemen als basis voor de jaarvergoeding.
De VOORZITTER deelt mede, dat al eens eerder de kilometers zijn
genoteerd, waarvan spreker kennis heeft genomen, evenals het
college van burgemeester en wethouders.
De heer MARCELISSEN informeert in verband hiermede of men aan
ongeveer 50 km. per dag komt.
De VOORZITTER zegt dat dit heel verschillend is. Spreker merkt
op, dat in verband met het toenemen van het aantal bouwaan-
vragen ook de kilometers toenemen.
De VOORZITTER rectificeert de heer MARCELISSEN, welke stelt,
dat er inmiddels een auto bijgekomen is. Immers bij het bepalen
van de laatstelijke autovergoeding waren er ook al twee auto's.
Ten aanzien van het aantal kilometers merkt de VOORZITTER op,
dat het vrij redelijk klopt. Precies is het nooit te zeggen.
Spreker zegt dat ook niet en kan dat ook niet. Persoonlijk vindt
de VOORZITTER de voorgestelde vergoeding wel redelijk.
De heer MARCELISSEN persisteert bij een opgave van het aantal
kilometers, het welk wordt gereden.
Mevrouw AKKERMANS vindt dat als er twijfel bestaat over het aan
tal gereden kilometers, dit uit de weg geruimd moet worden.