Ik kan me voorstellen, mynheer Ernest, dat n daardoor en ook uw fractie in een bepaalde mate getroffen bent. Dat ie een vanzelfsprekende zaak. Ik geloof, dat iedereen die er mee te maken heeft, dit met my eens zal zyna Het zal ook zo zyn, als je heb zelf meemaakt, dat je die niet altyd even prettig aanvaardt. Ik heb gevraagd of u zo vdendeiyk zou willen zyn toch nog even te biy- ven omdat ik behoefte heb om u in deze vergadering persooniyk myn dank te betuigen als voorzitter van de raad, maar zeker ook als voorzitter van het college van burgemeester en wethouders, omdat ik meen dat ook wy tesamen in het verleden op uitstekende wyze hebben kunnen en mogen samenwerken. Ik meen, en dat meen ik eeriyk, en dat zeg ik ook eeriyk, dat weet u, dat u volgens myn mening uw taak als wethouder op voortreffeiyke wyze hebt vervulde Niemand zal my dit tegen kunnen spreken. Mocht dit zo zyn, dan kan ik dit ook wel verdedigen, uit de aard van de zaak* We hebben altyd in u een objectieve wethouder gevonden, die de belan gen van de totale gemeente op de goede wyze heeft vervuld en altydjzo wel voor het ene kerkdorp als voor het andere, gemeend heeft om zo ob jectief mogeiyk de zaak te bekyken eu zodoende tot uitdrukking te bren gen wat u meende te moeten doen in het belang van de gemeente als lid van het college. Ik ben u daar erkenteiyk voor en dit wilde ik u zeggen. Harteiyk dank voor uw medewerking en ook harteiyk dank voor de byzonder - prettige persooniyke verhoudingen die in de loop van de jaren in het college tussen my en u zyn ontstaan. Ik dank u zeer* De heer Geiyns vraagt het woord en zegt: ik ben aangevallen door de heer Ernest. De VOORZITTER meent, dat discussie geen enkele betekenis heeft en stelt het volgende agendapunt aan de orde. De héren Van den Bergh, Ernest, Koevoets, Marcelissen en Van Zundert ver laten de raadzaal. 3® Vaststellingjyan de notulen van de ver«adering, «ehouden on 5 augus tus mO claas:Ö7T5Ï) Op de desbetreffende vraag van mevrouw AKKERMANS licht de VOORZITTER toe, dat, hoewel het in de vakantietyd lag, begin augustus 1970 een raadsver gadering is gehouden, omdat vóór 10 augustus 1970 de geloofsbrieven van de nieuw ^««emde raadsleden moesten zyn onderzocht. De heer OOMEN merkt op, dat in de notulen geen melding is gemaakt van de vraag van de heer Gelyns of honden buiten het aan te leggen terrein van de woonwagenstandplaats aan de Noordhoeksestraat los mogen lopen. De VOORZITTER zegt, dat hoewel de notulen vry uitvoerig worden weergege ven, niet woordeiyk worden opgenomen. De notulen van de voornoemde vergadering worden zonder hoofdelyke stem ming met algemene stemmen met aanvulling van de opmerking van de heer Oomen gearresteerd. 4° Ingekomen stukken (preadvies nr. 70.056) De heer RUIJTEN informeert naar aanleiding van de goedkeuring van het krediet voor reconstructie van de Oudendyk en de Pietseveg, of reali sering spoedig kan plaats vinden. Dit kan volgens de VOORZITTER. De Pietseweg en de Oudendyk zyn gedeel- teiyk klaar. Voor het resterende gedeelte zyn al voorbereidingen ge troffen. Getracht wordt de uitvoering zo spoedig mogeiyk ter hand te nemen, waarschynlyk in eigen beheer.

Raadsnotulen

Oud en Nieuw Gastel: 1938-1980 | 1970 | | pagina 83