De VOORZITTER zegt, dat de gemeente nog geruime tyd met storten
kan voortgaan. Met gedeelten wordt het terrein volgestort en
daarna afgedekt. Dan wordt begonnen met een ander gedeelte.
Spreker merkt nogpRiat in het algemeen het storten van vuil moei—
lykheden gaat opleveren in heel Nederland. Momenteel wordt er
in West-Brabant en ook regionaal naar een methode gezocht om in
samenwerking een andere vorm van vuilverwerking te krygen, hetzij
via compostbereiding, hetzy via verbranding.
Compostverwerking levert moeilykheden op bij plastics. Deze moeten
worden verbrand.
Een verbrandingsoven wordt berekend by 250.000 inwoners, wil
het rendabel zyn. In overleg met het informatiecentrum wordt
de situatie onderzocht in samenwerking met de regio's.
De heer VAN DEN BERGH informeert of eventueel wordt overgescha
keld op plastic zakken voor huisvuil.
De VOORZITTER brengt in het midden dat de meningen hierover erg
verdeeld zyn. Er zyn gemeenten die plastic zakken gebruiken.
Evenwel zyn er nu reeds gemeenten die overschakelen naar papieren
zakken. De heer VAN DEN BERGH ziet plastic zakken niet als bezwaar,
als toch tot verbranding wordt overgegaan.
In de toekomst zdu dit, aldus de VOORZITTER, voor mogelyk kunnen
worden gehouden. Op het ogenblik is het nog een moeilyke aange
legenheid. Spreker ziet de verbrandingsovens de eerste drie,
vier jaar nog niet verschijnen.
k. De hear SCHIJVENAARS informeert wanneer het trottoir op de
Gastelsedyk West worden aangebracht.
De VOORZITTER deelt mede, dat de toestemming van het waterschap
Heerjansland binnen is, doch er is gebleken, dat nog toestemming
moet worden gevraagd aan de Brabantse Bandyk.
Verder is nog gewacht op de overeenstemming voor het leggen van
de gasleiding en de aansluitingen hiervan op de woonhuizen.
De kosten zullen vrjj hoog zyn. Binnenkort zal een voorstel ter
tafel komen.
1. De heer KOEVOETS verzoekt de voorzitter naar de mensen toe te
gaan die met hun bedryf op de Stoof de lucht verontreinigen.
Meerdere malen heeft spreker in de raad voorgelegd. Bewerkstel
ligd dient te worden, dat luchtkokers worden geplaatst en de oude
stallen worden afgebroken.
De VOORZITTER wil wel naar de mensen toe gaan. Spreker onder
streept echter dat dit argrarisch gebied is en het betreffend
bedryf aldaar gevestigd mag zyn.
De heer KOEVOETS merkt op, dat de woningen aan de Stoof met
toepassing van artikel 20 van de Wederopbouwwet gebouwd zyn.
Als de gemeente hiermede instemt, dannoet de gemeente ook zorgen
dat de bewoning mogelyk is, hetgeen thans niet het geval is
vanwege de kwalyke lucht.
De VOORZITTER wyst erop, dat de bouwers de consequenties moeten
aanvaarden van in de nabyheid van het landelyk gebied te wonen.
De heer KOEVOETS vindt het een onhoudbare toestand. Momenteel
is er zich een "knokploeg" aan het vormen. De voorzitter hoeft
dan niet meer ter plaatse te komen om de lucht te ruiken.
Deze zal by hem worden gebracht. De VOORZITTER vindt het
inzicht van de mensen van het niet accepteren van legale
agrarische bedrijven onjuist.
Voorts verzoekt de heer KOEVOETS indien de voorzitter ter
plaatse komt, de betreffende mensen te verzoeken des nachts
by het laden en lossen de nachtrust van de buurtbewoners niet
te verstoren.
De VOORZITTER zal hier aandacht aan schenken.