d. De heer GELIJNS heeft de laatste dagen weer in de krant gelezen
over de bekende Gastelse zwerfkei, welke momenteel in Oudenbosch
ligt. Spreker vraagt van gemeentewege te bevorderen deze kei terug
te halen naar Oud Gastel.
Wethouder VROLIJK merkt hierbij op, dat by de pensionnering van
burgemeester Hofland met medewerking van de archivaris met de broe
ders van Oudenbosch een gesprek hieromtrent heeft plaatsgevonden.
Deze kei bevond zich toen in de tuin van de broeders.
Destyds is hieromtrent een brief geschreven. Hierop is een negatief
antwoord gekomen. Nadien is deze kei verplaatst naar de Pagnevaart-
buurt. Spreker wil gaarne wederom zyn medewerking verlenen om te
trachten deze kei naar Oud Gastel te halen. Hy behoort in Oud Gastel
thuis.
De heer VAN ZUNDERT lokaliseert de plaats van de kei, n.l. op een voe
stuk voor de nieuwe kweekschool De Vossenberg.
De heer GELIJNS doet het voorstel van gemeentewege te bevorderen
deze kei wederom in Oud Gastel te krijgen. Dit voorstel wordt door
de raad gesteund. De VOORZITTER brengt dit voorstel onmiddellijk
ter tafel. Overeenkomstig dit voorstel wordt met algemene stemmen
zonder hoofdelijke stemming besloten.
e. De heer MARCELISSEN heeft van horen zeggen dat de parochie van
de H. Laurentius genegen zou zijn de pastorie te verkopen. Hogelijk
kan hier een parkeergelegenheid worden gecreëerd. Eventueel is de
pastorie zelf geschikt te maken voor gemeentehuis.
De VOORZITTER wijst dit laatste direkt af.
De heer IIARCELISSEN doet dan het voorstel het gebouw te slopen en
deze ruimte eveneens als parkeerterrein te benutten.
De VOORZITTER vindt de centrale ligging in het centrum van het
dorp niet ongeschikt als parkeerruimte.
f. De heer VAN DEN BERGH dankt de voorzitter mede namens andere
raadsleden voor de schriftelijke beantwoording van de in de
raad gestelde vragen. Spreker merkt hierbij op, dat het reglement
van orde van de gemeente hierbij wordt omgedraaid, n.l. de raads
leden moeten de vragen schriftelijk indienen en moeten mondeling
in de raad worden beantwoord.
Spreker heeft in het begin de vragen schriftelijk ingediend, doch
al spoedig bleek, dat er toch een rondvraag werd gehouden.
De VOORZITTER complimenteert de heer Van den Pergh, dat hij zich
toen heeft gehouden aan het reglement van orde, doch de raad
houdt zich niet aan het vastgestelde reglement van orde.
De heer MARCELISSEN merkt hierbij op, dat als de voorzitter
zich alleen houdt aan een beantwoording van schriftelijk ingediende
vragen, het dan in orde is.
De VOORZITTER heeft hierop meerdere malen de aandacht gevestigd,
doch de raad heeft toen telkens gesteld, de vragen mondeling te
kunnen stellen.
De heer MARCELISSEN venolgt dat dan het reglement van orde moet
worden gewijzigd, hetwelk de voorzitter bevestigt.
Mevrouw AKKERMANS merkt op, dat by schriftelijk indienen van vra
gen het "leven" aan de raadsvergadering wordt ontnemen.
De heer MARCELISSEN is van oordeel, dat schriftelijk ingediende
vragen beter kunnen worden beantwoord.
g. In de Irenestraat zyn alle kastanjebomen gerooid. De heer VAN
DEN BERGH vraagt of dit is geschied met medeweten van het ge
meentebestuur.