- 4 -
7Verlenen van zekerheid ter bevordering van het eigen woningbezit
classificatienr.-1778.532.2)
(preadvies nr. 69.100)
Zonder hoofdelijke stemming wordt met algemene stemmen overeenkomstig
het voorstel van burgemeester en wethouders besloten.
8Voorlopige goedkeuring van een plan tot onteigening van percelen
grond t.b.v. het industrieterrein Steenstraat te Oud Gastel
olagsificatienr.-2.07.551.15)
(preadvies nr. 69.1C3)
De heer VAN ZUNDERT heeft vernomen, dat er een bod is geweest van
30.529,— 1.500,— en een tegentaxatie van een bedrag tussen de
45.000,— en 47.000,
De VOORZITTER ontkent dit voor het geval hetwelk de heer Van Zundert
bedoelt.
Er zyn twee schattingsraporten voor beide panden.
Een van de belanghebbenden was, gezien zyn gezinssamenstelling, van
mening zelf nieuwbouw te plegen. In verband hiermede is een her
taxatie opgemaakt op basis van nieuwbouw met een bedrag rond 48.000,--,
Het andere pand, niet rekening houdende met nieuwbouw gezien de
leeftyd van de betrokkenen- is getaxeerd op rond 30.000,
De heer van Zundert vindt het wel vreemd, dat ongeveer gelyke panden
op onteigeningsbasis verschillend worden getaxeerd,
De VOORZITTER vindt dit niet, omdat de situatie van de onderscheidene
bewoners anders ligt. Het basisbedrag voor de woningtaxatie verschilde
slechts ongeveer 1.200,
Zander hoofdelijke stemming wordt met algemene stemmen overeenkomstig
het voorstel van burgemeester en wethouders besloten.
9Begrotingswijzigingen (classificatienr. -2.07. 552.11
Het betreft de volgende wijzigingen:
32e wijziging 1969 (schadeloosstelling pachter)
33e wijziging 1969 (uitkering uit doorstromingsfonds)
Zonder hoofdelijke stemming werden deze begrotingswijzigingen met algemene
stemmen vastgesteld.
10. Wijziging raadsbesluit tot machtiging aangaan van kasgeldleningen
in 1970 classif icatienr. -2.07.*552.75)
Met instemming van de raad is dit agendapunt aan de agenda toegevoegd.
Gedeputeerde staten hebben by schrijven van 19 november 1969 G nr.
351.058 medegedeeld bezwaar te hebben tegen het raadsbesluit van
29 oktober 19^9 inzake machtiging aangaan van kasgeldleningen in 1970
tot een maximumbedrag van 1.400.000,
Als het bedrag uitgaat boven de norm voor kasgeld(voor onze gemeente
65O.OOO, dient de werkingsduur' van het besluit te worden beperkt
tot drie maanden en hierbij dient overgelegd te worden een gespecifi
ceerde berekening van het naar verwachting benodigde bedrag voor die
drie maanden. De steeds toenemende vlottende schuld van de gezamelyke
gemeenten nopen gedeputeerde staten tot stringente naleving van deze
handelswyze.
Indien genoemd raadsbesluit wordt gewijzigd in die zin, dat het maximum
bedrag voor één jaar wordt gesteld op de kasgeldnorm (ƒ650.000,dan
kan de geldigheidsduur van één jaar gehandhaafd blijven. Indien een hoger
bedrag voor kasgeldleningen nodig mocht blijken, dan zal een afzonder
lijk voorstel aan de raad worden voorgelegd.