-7-
Een muziekschool ligt op een veel breder terrein.
Na het Algemeen vormend muziekonderwijs, kunnen diverse instrumenten
bespeeld gaan worden, o.a. piano, gitaar, viool.
De heer RÜIJTEN stelt, dat de gemeente toch wel geschrokken zal zijn
van hetgeen de fanfare thans gaat presteren. De VOORZITTER ontkent
deze stelling.
De heer RUIJTEE memoreert nogmaals, dat twee of drie raden geleden is
opgemerkt, dat in de verste verte nog geen kijk was op de oprichting
van een dependance. Spreker beweert niet, dat de dependance van Roo
sendaal niet welkom is.
De VOORZITTER memoreert, dat de dependance ook voor de fanfare nu en
in de toekomst van groot belang kan zijn.
Terzake van het subsidieverzoek van de fanfare hoopt de heer RUIJTEN
dat de leerlingen van haar "muziekschool" tenminste aangemerkt zullen
worden als leerling-leden van de fanfare (hetgeen ook de mening is
van de VOORZITTER).
Ook memoreert de heer RUIJTEN het "van horen zeggen", dat de mening
zou kunnen pust vatten, de majorettes van de fanfare buiten de subsi
dieregeling muziekgezelschappen te laten vallen.
Wethouder VROLIJK merkt op, dat de majorettes feitelijk niet onder de
subsidieregeling vallen.
Het gaat erom, of de mensen bedoeld zijn als opleiding voor de muziek
Dit is de kern, aldus de VOORZITTER, van de verordening.
Dat het majorettes-peleton als leerling zijn aangemerkt, blijkt uit de
toelichting op de begroting. Spreker kan zich voorstellen, dat hier
over verschil van mening kan ontstaan.
De heer GELIJNS ziet het Algemeen vormend muziek onderwijs, zoals dit
in de dependance ook wordt gegeven,als basis voor verdere muziekstudie.
Men kan dan alle richtingen uit. De opleiding bij de fanfare is een
zijdig gericht. De leerling heeft geen vrije keuze. De VOORZITTER kan
het de fanfare niet euvel duiden, dat zij jonge mensen aanwakkert
werkend lid te worden van haar vereniging. Dat is het goed recht van
iedere vereniging en als zodanig toe te juichen.
Mevrouw AKKERMANS brengt in het midden, dat de fanfare al vóór 1966
heeft gestreefd naar de oprichting van een dependance van de Roosen-
daalse muziekschool, omdat de behoefte werd gevoeld aan leerlingen,
welke al muziekonderricht hadden gehad. De fanfare heeft zelf het
muziekonderricht ter hand genomen, omdat de dependance uitbleef.
Spreekster ziet het als een groot succes. De enquete voor een depen
dance gaf 9 leerlingen aan van de jongensschool, terwijl er thans 53
jongens les krijgen vanwege de fanfare. Spreekster had het beter ge
vonden, dat de gemeente, wetend dat de fanfare was te gonrien, zou tr achten
gezamelijk tot een oplossing te komen, door b.v. overheveling van de
53 jongens naar de dependance.
Het aantal meisjes volgens de enquete van destijds (23) is ook erg laag..
Bovendien worden op de meisjesschool blokfluitlessen gegeven, welke
zeer druk worden bezocht tegen een vergoeding van 150 per maand,
terwijl de dependance 3>-~ per maand gaat kosten. Dit alles geeft
mevrouw AKKEHilANS de aanleiding zich af te vragen of de dependance
wel voldoende leerlingen zal krijgen.
Naar de mening van burgemeester en wethouders en ook van de muziek
school Roosendaal zal de dependance levensvatbaarheid hebben, aldus
de VOORZITTER.
Op de desbetreffende vraag van mevrouw AXKERMAIÏS repliceert de VOOR
ZITTER dat allereerst een krediet beschikbaar gesteld moet worden,
en hierop de goedkeuring van gedeputeerde staten moet zijn verkregen,
teneinde met de dependance te kunnen starten.
Als dan zou blijken, dat de toeloop niet voldoende zou zijn, dan blijft
de feitelijke realisering achterwege.
Terloops merkt de VOORZITTER op, dat de gemeente nooit officieel op
de hoogte is gesteld van de oprichting van de "muziekschool" van de
fanfare