- 2 -
Zeker is dit gesprek met u, zo zou ik de nieuwjaarsrede mede
willen zien, een uiting van dankbaarheid ten aanzien van hetgeen in
het afgelopen jaar werd bereikt, een stil staan" by de zaken welke
ons hebben bezig gehouden en voorts een bezinning, het trachten een blik
te werpen in de toekomst, teneinde gezamelijk wederom in staat te zyn
het belang van de gemc ~nte zo goed mogelijk te dienen.
De belangenbehartiging der gemeente echter en het is - meen ik - goe
dit te onderkennen, is in deze tijd niet meer een zaak van de gemeente
alleen; men moet met anderen samenwerken, omdat een gemeente liggende
in een bepaalde streek onmiddellijk betrokken is bij de ontwikkeling ver
die streek en ook over eigen grenzen heen gezien moet worden en zo
doende meegedacht kan worden over en medegewerkt kan worden aan een
zo gunstig mogelijke vooruitgang op economisch, sociaal, cultureel ei..
maatschappelijk gebied. We komen immers steeds dichter by elkaar te
leven en deze tyd vraagt heel dikwijls zodanige voorzieningen op de
zojuist gen: nde terreinen van welvaart en we?zyn dat een samenwerking
- en wellicht in de toekomst een nog verder gaande samenwerking -
noodzakelijk is. De burgers zijn - zo is in een inleiding over bestuur
lijke organisatie eens gezegd - steeds minder uitsluitend inwoner vah
een gemeente maar steeds meer ook inwoner van de streek. De samenwer
king van buurgemeenten was aanvankelijk zo, dat volstaan kon worden
met het zoeken van oplossingen door middel van gemeenschappelijke
regelingen. Deze blijven nodig, doch hiermede alleen kan in deze tyd
- zoals wordt aangenomen - niet meer worden volstaan. De grote en
grctere problemen waarmede de overheid en dus ook de besturen der ge
meenten aan de dag van vandaag worden geconfronteerd en het zoeken
naar adequate oplossingen hiervoor, eisen een andere vorm van samen
werking, zeals b.v. do regio Roosendaal, waarbij onze gemeente is
aangesloten, een bepaalde samenwerkingsvorm is, welke past in deze
tijd» De vorm van deze samenwerking zal wellicht in de toekomst -
wanneer dit tijdstip is aangebroken kan nog niet zeker worden gezegd
wijziging moeten ondergaan en e :>n zodanig samenwerkingsverband moeten
worden waar alle gemeenschappelijke problemen aan de orde kunnen
komen en en waarbinnen een alle structuurproblemen omvattende plan
ning kan worden opgezet, een regeling wellicht met bestuurlijke be
voegdheden en een bereidheid samen te werken tot succes voor regio
c,ö. gewast. De ervaring in de regio heeft ons reeds nu geleerd dat
vele zaken voor gemeenschappelijke aanpak in aanmerking komen en
zeker kan worden gesteld dat de samenwerking in de regio uitste
kend is en, uiteraard ondanks verschillen van mening, reeds goede
vruchten heeft afgeworpen. Gaarne wil ik de koop en de verwachting
uitspreken dat op deze m.i„ voortreffelijke wijze mag en kan worden
verder gewerkt in het belang van onze streek en dus ook in het
belang van onze gemeente. Ilocht het nodig zijn dat te dezer zake een
nog verder gaande samenwerkingsvorm noodzakelijk blijkt te zijn dan
hoop ik dat u ook daaraan zult willen medewerken.
Over samenwerking sprekende, gaan de gedachten ook nog uit aar het
ontwerp-streekplan ¥est-Brabant. Ik meen, dat - gelet op de wet op dé
ruimtelijke ordening en de belangen van een bepaald gebied - het tot
stand brengen van een streekplan belangrijk moet worden genoemd.
Zoals u bekend is hebben wy gemeend tegen het ontwerp-streekplan be-
naalde bezwaren te moeten indienen. We moeten - zoals ik reeds op-
rsekte - de zaken in groter verband zien, maar ik meen wel, dat het
streekplan, zoals het nu in ontwerp gereed is gekomen, teveel in
details treedt en tevoren reeds een etiket wordt geplakt op een
gemeente c.q. gemeenten.