-6-
Mogelijk zal het aantal leerlingen in 5 of 10 jaar toenemen; men zal
dan spijt hebben, dat de school er niet meer zal zijn.
Een raadslid van Oudenbosch heeft medegedeeld, dat de handhaving van
de school zal afhangen van de te verlenen bijdragen van de omliggen
de gemeenten. Gastel moet volgens spreker het voorbeeld geven en het
gevraagde bedrag ad 185,68 per leerling beschikbaar stellen. Te
meer nog, daar de tuinbouwschool te Oudenbosch is opgericht met me
dewerking van de Tuinbouwvereniging Oud Gastel en andere tuinbouw-
verenigingen.
Voorts wijst spreker nog op het verdwijnen van de huishoudschool te
Oud Gastel. Thans gaan er 20 leerlingen van Oud Gastel naar de huis
houdschool te Oudenbosch.
De VOORZITTER gelooft er niet in, dat het bedrag van het subsidie
van Oud Gastel, ook al zou dit 200,- zijn, bepalend zou zijn vcor.
handhaving van de tuinbouwschool.
De heer KOEVOETS is van mening als Gastel het goede voorbeeld geeih,
er meerdere gemeenten zullen volgen.
De VOORZITTER is van mening de voorgestelde verhoging van 32,- na
f 75,- per leerling reëel en verantwoord is te noemen. Er zijn meer
dere scholen buiten de gemeente waarvoor subsidie wordt verleend.
Het is nog niet voorgekomen, dat gemeenten aan een streekschool hei-
subsidie vaststellen op de werkelijke kosten per leerling. De ge
meente van vestiging draagt verhoudingsgewijs terecht de meeste kos
ten. Voor de tuinbouwschool in Oudenbosch moet men derhalve geen
uitzondering maken. Dit is niet in het belang van de gemeente.
Spreker noemt een voorbeeld van een huishoudschool met 152 leerlin
gen in een kleine plaats, welke wegens de minder centrale ligging
is overgebracht naar een 15 km verdere gelegen grotere gemeente.
De heer GELIJNS steunt het voorstel van de heer Koevoets. Hen moei
de jongens die de moed hebben tuinbouwer te worden stimuleren. Een
nabij gelegen school kan hiertoe bijdragen.
De heer AKKERMANS kon niet uit het preadvies lezen, dat de tuinbol-
school te Oudenbosch op de nominatie staat te verdwijnen en vraagt
zich in verband hiermede af, of een subsidie tot een hoger bedrag
handhaving van de school tengevolge zou kunnen hebben waarop de
v00RZITTER repliceert, dat dit perse niet haalbaar is, gezien ooh
de voorbeelden die spreker zou kunnen aanhalen.
De heer RUIJTEN vindt dat het geen zin heeft, het leven van een
school een paar jaar te rekken, als (deze toch moet verdwijnen.
De heer AKKERMANS vindt het bevreemdend dat in een tuinbouwcentra-
als Oudenbosch met een eigen veiling geen school zou kunnen best°.v-
waaraan de heer RUIJTEN toevoegt, dat ook de veiling in Oudenbosc,.
niet zo best meer draait en er veel producten naar de Bredase vex
ling gaan. De veiling in Oudenbosch zal mettertijd ook wel verdwe
nen. "Nog niet" vervolgde de VOORZITTER.
De heer KOEVOETS is van mening, dat alles op alles gezet moet wev-
den om de school te handhaven.
De heer MARCELISSEN vindt het reëel, nu de gemeente Oudenbosch het
grote verschil van de kosten per leerling en het subsidiebedrag va-
de buitengemeenten zelf moet betalen, dat de gemeente tot een hogo"
subsidie, ook hoger dan 75,- per leerling moet overgaan.
De VOORZITTER memoreert dat thans 4 leerlingen uit de gmmeente de
tuinbouwschool te Oudenbosch bezoeken.
De heer MARCELISSEN vergelijkt het bedrag per leerling met dat waa
in de gemeente voor het gewone onderwijs wordt gegeven.
De VOORZITTER brengt het voorstel van burgemeester en wethouders -1'
stemming, hetwelk met 7 tegen 4 stemmen wordt verworpen.
Vóór stemmen Mevrouw Akkermans en de heren Vrolijk, Ernest en Ruij-
ten tegen de heren Van Zundert, KoevoetsSchijvenaarsMarcelissen.
Van den Bergh, Akkermans en Gelijns.