-4- De VOORZITTER dankt de heer Van Zundert voor de uiteenzetting en stelt het op prijs, dat hij is begonnen met te stellen, dat hij zich bewust is, dat de gemeente volkomen achter de plannen staat, hetgeen spreker nogmaals verzekert. Voor alle zekerheid heeft spreker een en ander nagegaan. De VOORZITTER voert hierna het woord als volgt: "Ik zou u een bloemlezing kunnen geven van de brieven, die ik of ficieel op tafel kan leggen, waarvan ik de data hier voor me heb liggen vanaf 2 mei 1966 tot en met 7 november 1967Er zijn dooi de gemeente niet minder dan 20 brieven over deze zaak geschreven. Ik meen dat het nog al heel wat is over één zaak. Daarnaast hebbe; nog diverse besprekingen plaats gevonden. De situatie is thans ui' drukkelijk zo, dat zowel de Stichting Bejaardenzorg als de gemeen' zonder enige reserve achter dit plan staan. De Stichting vanzelf sprekend, maar ook de gemeente. V/ij onderschrijven dit plan ten volle en we eisen, dat dit plan uitgevoerd wordt, zonder meer. Ik kan u ook mededelen, dat het be trokken lid van gedeputeerde staten, de heer Van den Eerenbeemt r.i, heeft gebeld, na hierover een gesprek met hem gehad te hebben, c.a'; hij deze week met mij een afspraak zal maken voor een nader ge sprek, waarbij een vertegenwoordiging van het bestuur van de Stiel.- ting Bejaardenzorg aanwezig zal zijn. Heet van de naald dus deze mededeling. Ik geloof niet dat het zin heeft, u de data van al de brieven te noemen. Het zijn er dus niet minder dan twintig. Ik moge hierbij nadrukkelijk stellen, dat hiermede duidelijk uit blijkt, hoe wij ten opzichte van de situatie staan en ik ben van een kant blij dit mag ik als compliment aan de pers meegeven - dat de pers deze zaak de laatste keren toen ze er over geschreven heeft, een objec tieve voorlichting heeft gegeven. Men heeft alleen maar iets aan een objectieve voorlichting en men heeft er niets aan een bepaalde onrust in de gemeente te strooien. En wanneer men de zaak objec tief bekijkt, dan geloof ik, dat er inderdaad een mogelijkheid zal zijn dit voor elkaar te krijgen. U kunt er van overtuigd zijn da; wij als college - daags na de vorige raad hebben wij een brief ie;, zake aan gedeputeerde staten geschreven, waarin nadrukkelijk het gevoelen van de raad is neergelegd, gevolg Aoc een brief d.d. november 1967 - hopen, dat deze zaak in orde komt. De doelstelling van de Stichting Bejaardenzorg om dit bejaardentehuis te gaan bo11 wen blijft onverkort bestaan en we moeten zonder meer en zonder enige reserve er ons volkomen achter zetten. Daarom is het bijzon der prettig voor ons als college van burgemeester en wethouders, dat ook de raad dit heeft gesteld en er volkomen achter staat er. de pers alles volkomen juist heeft weergegeven. Het gaat er ons niet om en de Stichting gaat het er ook niet om - hetgeen onlangs duidelijk is gebleken in een gesprek met de Str'c"' ting - dat we niet willen, dat een ander wat doet. Het gaat hier om het principe, dat dit bejaardenhuis geschikt is voor onze ge meente. Het zijn bejaardenwoningen voor onze bejaarden om deze zr lang mogelijk een grote zelfstandigheid te geven, hetgeen ook de visie is van de bejaardenbonden in Nederland. Die dit aanvoelt en tevens op de hoogte is van de situatie die moet hieraan zijn medewerking geven en die komt te kort aan zijr taak, ook als politicus - het gaat hier niet om de politiek, dit is mijn taak niet als voorzitter van de raad - maar als politi cus moet hij deze zaak zeer zeker steunen", (applaus). Tenslotte worden zonder hoofdelijke stemming de in voormeld pre advies, alsmede de door de VOORZITTER genoemde nader ingekomen stukken met algemene stemmen voor kennisgeving aangenomen.

Raadsnotulen

Oud en Nieuw Gastel: 1938-1980 | 1967 | | pagina 95