Hoewel de commissie voor de bejaardenoorden in Noord-Brabant als zodanig niets met de onderhavige flat te maken heeft, -immers deze commissie beoordeelt alleen de bejaardenpensiontehuizen— heeft het gemeentebestuur op verzoek van "Den Bosch" deze commissie gehoord. Deze commissie heeft geschreven, dat de op vatting van de bejaardenorganisaties in deze tijd méér uitgaan naar een zelfstandige bewoning, dan naar een bepaald woongedeelte (al dan niet gelijkvloers of in flats) en zij in principe het plan van de gemeente steunt. Deze commissie heeft zich eveneens de vraag gesteld of de omvang van het project niet te groot was. Thans hangt de situatie nog vast op de beoordeling van het feit of dit object te groot is of niet. De mening van het college van burgemeester en wethouders is, dat dit plan niet te groot is, gezien ook de belangstelling van de bejaarden zelf. De VOORZITTER benadrukt het verschil tussen een bejaardenpen- siontehuis en een bejaardenflat. Het te bouwen pensiontehuis te Oudenbosch is ter vervanging van het oude thans in gebruik zijnde pensiontehuis. Derhalve mag men geen parallel trekken tussen het te bouwen pension in Oudenbosch en de te bouwen flat in Oud Gastel. Deze staan volkomen los van elkaar met betrekking tot de verzorging van bejaarden. De heer AKKERMANS merkt hierby cp, dat de stichting bejaarden zorg i.o. te Oud Gastel bevreesd is, dat de bouw van het tehuis te Oudenbosch de realisering van de flat te Oud Gaètel zal belemmeren. De VOORZITTER bestrijdt deze mening, daar anders het gemeente bestuur niet voor de volle 100^> achter het plan van Oud Gastel kan staan. Bovendien zijn de objecten geheel verschillend. De heer AKKERMANS vraagt zich dan af, waarom gedeputeerde staten de goedkeuring op het besluit ex artikel 20 van de Wederopbouwwet niet hebben verleend, waarop de VOORZITTER repliceert, dat het aantal woonheden hierbij een rol speelt, doch dat naar zijn mening het aantal van 70 woon-eenhedei en de exploitatie hiervan voor risico blijft van het particulier initiatief. De heer AKKERMANS is er van overtuigd, dat de stichting be jaardenzorg i.o. het plan in alle opzichten goed zal hebben bestudeerd. Mevrouw AKKERMANS vindt het een vreemde zaak, dat de gemeente Oud en Nieuw Gastel met Oudenbosch en Standdaarbuiten aan één tafel is gaan zitten voor de belangen van het bejaardenhuis te Oudenbosch. Men kan niet de belangen én van Oudenbosch én van Oud Gastel diene Bovendien heeft spreekster vernomen, dat er in Oudenbosch een seviceflat komt (met 24 wooneenheden)Dit kan voor Oud Gastel betekenen, dat de bejaarden naar Oudenbosch zullen moeten gaan en het plan van Oud Gasbel zelf niet zal kunnen worden gerealiseerd Spreekster stelt nadrukkelijk, dat de voorzitter voor 100^ achter het plan van Oud Gastel moet staan en niet, moet pleiten voor Oudenbosch. Men kan geen twee heren dienen. De VOORZITTER memoreert dat hij ook voor 100^ achter het plan Oud Gastel staat en ook kan staan, daar het gebouw in Oudenbosch van geheel andere aard is.

Raadsnotulen

Oud en Nieuw Gastel: 1938-1980 | 1967 | | pagina 83