Spreekster stelt, dat indien op dit moment de behoefte wordt gepeild, dat voor de eerste drie jaren een instructie het beste zou zijn,doch daarna zal de belangstelling voor een openluchtbad allengs toenemen, waardoor een instructiebad zeer onrendabel zal zijn. Bij tegenstemmen geeft de raad volgens de heer VAN ZUNDERT de indruk, dat hij tegen een zwembad is. Dit is niet juist, aldus wethouder VROLIJK. Men is dan tegen een openluchtzwembad. Het crediet wordt gevraagd voor een openluchtzwembad. Voor het instructiebad hebben we al een crediet. Mevrouw AXKERMANS vraagt zich af wat de consequenties zyn, als de raad tegen het voorstel van burgemeester en wethouders is. Dat er geen openluchtzwembad komt, aldus de VOORZITTER. Verder betekent het, dat er dan de voorkeur gegeven wordt aan een instructiebad, hetgeen inhoudt dat de gemeente met hogere autoriteiten nader contact moet opnemen om dit gerealiseerd te krijgen. Gedeputeerde staten hebben zonder meer ge steld, cb,t de gemeente bij de voorstellen een openluchtba,d in de beraadslagingen moet betrekken. Tesamen met het advies van de V.N.G., hetwelk zeer zwaar weegt, zal een instructiebad moeilijk haalbaar zijn. De hee: MARCELISSE1T vraagt concreet of wel de goedkeuring van een crediet voor een openluchtbad kan worden verkregen en niet van een crediet voor een instructiebad. Als gedeputeerde staten de meergenoemde adviezen volgt, staat dit volgens de VOORZITTER als een paal boven water. Dan wordt volgens de heer VAN ZULIDERT zonder meer opgelegd waartoe wij moeten besluiten. Zo sterk mag men dit niet stellen blijkens de VOORZITTER doch het is logisch dat de toezichthoudende organen zich beroepen op deskundige adviezen. Dat is begrijpelijk. De heer MARCELISSMÏ stelt voor, de beslissing aan te houden. Dit voorstel wordt door de raad niet gesteund. Men heeft over deze situatie al wel na kunnen denken. Het rapport van de V.H.G. noemt praktisch geen voordelen van een instructiebad, zo merkt de heer MARCELISSEIT op. Op de vraag van eb VOORZITTER of iemand stemming verlangt, zegt de heer VAN ZUNDERT, dat hij vóór een zwembad is, maar tegen een open luchtbad, waarop de heer KOEVOETS vervolgt, dat ieder der raadsleden er \irel zo over zal denken. Tenslotte vraagt de VOORZITTER of accoord wordt gegaan met het voorstel van burgemeester en wethouders dan wel of stemming wordt verlangd, Omtrent stemming geeft niemand zijn mening te kennen, wes halve zonder hoofdelijke stemming met algemene stemmen overeen komstig het voorstel van burgemeester en wethouders wordt besloten. 11Crediet ten behoeve van do aanleg van sportterreinen te Stampersgat. (preadvies nr.s 67.076) Mevrouw AKKERMANS vindt de kosten enorm hoog. Spreekster vraagt zich af of de gehele gemeente niet voldoende heeft aan het sportpark van Oud Gastel. Het zou toch mogelijk kunnen zijn, dat ook Stampersgat van dit sportpark gebruik maakt. De afstand behoeft geen rol te spelen. In grotere plaatsen en steden moet men ook een grotere afstand af leggen om naar het sportpark te gaan. De VOORZITTER gaat hier op in.

Raadsnotulen

Oud en Nieuw Gastel: 1938-1980 | 1967 | | pagina 70