Spreker trekt deze lijn ook door bij de beslissing in beroep op de vast—
st elling van het bedrag per leerling voor de lagere scholen voor het
jaar 1966.
Door de "noordelijke" instanties, t.w. hoofdinspectie en katholieke
schoolraad is het bedrag per leerling voor het g.l.o. geadviseerd op
ruim f 83,(verschil 0,20), welk cijfer is gebaseerd op een bere
kening. De begrotingen van de betreffende scholen kwamen uit op het
bedrag van 99,75 (meisjesschool Oud Gastel) en 102,75 (jongens
school Oud Gastel).
Het advies van onze inspectrice van het gewoon lager onderwijs was
f 75,40 en steunde op geen enkele berekening.
Bij de behandeling van bedoeld beroep is het advies van de hoofdinspecti
en de katholieke schoolraad gevolgd. Bij de behandeling heeft spreker
enigszins do indruk gekregen - hetgeen tevens het antwoord is op een
bepaalde alinea van het preadvies dat heel de bedoening in "Den
Bosch" een soort farce was. Spreker had sterk de indruk, dat de
beslissing al was gevallen» Spreker ontkent niet dat de verhogingen van
f 90,naar 125,redelijk is, doch hij stelt, evenals ook in de
vorige raadsvergaderingen, dat indien de basis maar laag genoeg is,
men altijd wel tot zeer grote verhogingen komt.
Verder vermeldt het preadvies, dat de u.l.o,-school per 1 januari
1968 voor de exploitatie valt onder de Mammoetwet. Dat wil niet
zeggen, dat thans niet voorzien moet worden in de kosten. Hoewel het
gebouw inderdaad in de eerste jaren niet veel onderhoudskosten zal
vergen, dient toch begonnen te worden met afschrijving en reservering.
Spreker sluit met ongeveer dezelfde woorden als het preadvies doch met
de slotredactie, dat het bedrag per leerling wordt vastgesteld op
170,
De VOORZITTER gaat niet verder in op de verdediging van het verzoek
van het u. 1.0.-bestuur, onder de opmerking, dat bij het vermelden
van de mogelijkheden, welke het schoolbestuur ten dienste staan, de
wettelijke mogelijkheden zijn genoemd.
Het moet mevrouw AKKERMANS van het hart, dat telkenmale in de raad
wordt gediscussieerd over het"bedrag per leerling". Dit geeft ergens
te denken.
Spreekster stelt, dat het schoolbestuur te laat is geweest met het
indienen van een bezwaarschrift. Dit is een tegenargument. Spreekster
stelt, dat de nieuwe scholen effectiever wrden gebouwd en relatief
minder onderhoud vergen. Hier spreekt de heer Van Zundert zich tegen.
Over een begroting kan men volgens spreekster uren praten. Dit zijn
geen definitieve cijfers.
Spreekster vindt het wel redelijk het volgend jaar de vaststelling van
het bedrag per leerling nader te bezien en voor 19^7 het bedrag
ongewyzigd te laten.
Enkele raadsleden verlangen stemming over het voorstel van burgemeester
en wethouders.
De VOORZITTER gaat over tot hoofdelijke stemming.
Uitgebracht worden 13 stemmen. Vóór het voorstel van burgemeester
en wethouders stemmen Mevrouw Akkermans en de heren Akkermans,
Gelijns, Ruijten, Van der Mast, Van Hassel, Vrolijk en Ernest, derhalve
8 stemmen en tégen de heren Van den Bergh, Van Zundert, Koevoets,
Schyvenaars en Marcelissen, derhalve 5 stemmen.
Het voorstel van burgemeester en wethouders is derhalve aangenomen.