Waarom is dan toch getracht hier woningen te "bouwen, zo stelt de
heer AKKERI-ÏAiTSOp grond van artikel 20 van de Wederopbouwwet kan
in afwijking van het uitbreidingsplan gebouwd worden. Dit artikel
is toegepast, doch de vereiste goedkeuring van gedeputeerde staten
is hierop niet verkregen. Dit is merkwaardig, aldus de VOORZITTER,
daar wel de ontheffing op grond van de wet op de lijkbezorging
(bouwen op afstand binnen 50 ei van een begraafplaats) door 1
hetzelfde college van gedeputeerde staten is verleend, hoewel men
kan stellen, dat het twee afzonderlijke zaken betreft.
De heer RUIJTE1I ziet het criterium van goedkeuring—onthouding door
gedeputeerde staten niet in, daar hij elders de laatste jaren ook
woningbouw onmiddellijk grenzend aan een begraafplaats heeft zien
oprichten.
Spreker wil hiertegen in beroep gaan, doch op de beslissing van
gedeputeerde staten op gpond van artikel 20 der Wederopbouwwet kan
niet in beroep gegaan worden.
üevrouw AKKERiIAiTS wil toch bevorderen, dat langs het kerkhof
woningen worden gebouwd, doch dit lean in verband met het voorgaande
niet, daar het een afwijking van het vigerende uitbreidingsplan
betreft, aldus de VOORZITTER. De VOORZITTER merkt nog op, dat tgen
goedkeuring onthouding van een uitbreidingsplan wel in beroep kan
worden gegaan.
Zonder hoofdelijke stemming wordt met algemene stemmen overeenkomstig
het voorstel van burgemeester en wethouders besloten.
6» Benoeming lid commissie tot wering van schoolverzuim te
Stampersgat.
(preadvies nr.; 67.071)
De VOORZITTER wijd; op een type—fout. Het geboortejaar van de heer
Van Aken is 1941.
Er wordt schriftelijk gestemd. De VOORZITTER verzoekt de heren
Akkermans en Ruijten het stembureau te vormen.
Uitgebracht worden 13 stemmen. Op de heer Van Aken 11 stemmen en
op de heer Stoffels 2 stemmen, zodat de heer Van Aken is benoemd.
7* Bedrag per leerling voor exploitatiekosten u.1.o.-school
voor 1967.
(preadvies nr.5 67.072)
Hoewel de inspecteur van het u.l.o,— onderwijs de achteraf ingediende
begroting 1967 van de u.l. o.-school redelijk en aanvaardbaar acht
en als basis zijn genomen de reële cijfers van 1966bevreemdt het de
heer AKKERiiAHSdat toch door burgemeester en wethouders een afwijzend
advies wordt gegeven. Spreker memoreert de motieven van burgemeester
en wethouders (1. het is feitelijk een taak van een hogere instanties
2. het budget van de gemeente wordt 6.000,zwaarder belasts
3. het ingenomen standpunt van weleer wordt gehandhaafd) doch verzoekt
een nadere uiteenzetting omtrent een en ander, daar men toch de over
legde cijfers van de u.l.o.-school als waarachtig moeten accepteren en
de inspecteur deze onderschrijft.
De VOORZITTER geeft hierbij de volgende toelichting.
Het in de vergadering van oktober j.l. vastgestelde bedrag per
leerling voor het jaar 1967 125,- pen leerling) betekent naar de
mening van burgemeester en wethouders een redelijke verhoging' 35»
per leerling of 40c/o)