-3-
4. Aankoop grond van A.J.A. van der Heijden, Oud Gastel.
(preadvies nr.; 67.025)
5* Verlenen recht tot koop e.g. onderhandse verkoop aan II» van dei-
Heijden, Oud Gastel.
(preadvies nr.67.026)
Mevrouw Akkermans is bij het begin van de behandeling van de agenda
punten 4 en 5 ter vergadering gekomen.
Hoewel de onderhavige punten, welke in verband met elkaar moeten
worden bezien, in het college van burgemeester en wethouders van A
tot Z zijn bekeken, ervaart de VOORZITTER een onbevredigend gevoel,
zulks in verband met kennisnemingen dezer dagen omtrent de onderhavige
aangelegenheid. Spreker wil alles ten opzichte van eenieder tot zijn
recht laten komen en stelt daarom voor de beslissing op de voorliggende
voorstellen tot een volgende vergadering uit te stellen.
Het is de heer AKKERMAiTS niet duidelijk waarom de voorzitter dit voor
stelt. Immers de preadviezen en de ter inzage gelegen hebbende stuide en
zijn voldoende duidelijk.
De VOORZITTER bevestigt het standpunt van de heer Akkermans doch wil de
raad toch intenser informeren, gezien de gerezen onduidelijkheden en
onvoldoende begrip van de totale situatie. De zaak moet voldoende
begrepen zijn om een verantwoord besluit te nemen.
De heer RUIJTEN veronderstelt, dat de voorzitter bedoelt de onduidelijk
heid aan de zjjde van degenen die erbij betrokken zijn en belanghebbenden
zijn. Dit laatste deelt de VOORZITTER niet, doch stelt dat hij bedoelt
al degenen die erbij betrokken zijn, hoe dan ook.
Wethouder VROLIJK vindt het vreemd, dat de voorzitter met het nadere
hiervoor genoemde voorstel komt, terwijl hierover in de vergadering van
burgemeester en wethouders van gisteren bij let nogmaals behandelen van
de voorliggende punten, hierover niet is gesproken. Spreker vraagt
zich af of de voorzitter nadien nog nadere berichten ter ore zijn
gekomen.
Allereerst merkt de VOORZITTER op, dat hij nog pogingen heeft aangewend
hieromtrent de beide wethouders in te lichten, doch heeft slechts
één wethouder van de situatie op de hoogte kunnen stellen in de korte
tijd die nog restte vóór de raadsvergadering.
Als de situatie zo gecompliceert ligt, waarop wethouder Ernest in de
vergadering doelde, dan spreekt wethouder VROLIJK zich uit voor uitstel
van de behandeling van de onderhavige preadviezen.
De heer GELIJHS vraagt of de voorzitter een nadere omschrijving zal geven.
De VOORZITTER zegt toe dit zeer gaarne te doen.
Het nadere voorstel van de behandeling is van de VOORZITTER, doch de
raad beslist zelf of thans de behandeling al dan niet plaats vindt.
De heer RÏÏIJTEII is direct voor uitstel.
De VOORZITTER vraagt of iemand stemming verlangt.
Daar niemand dit verlangen te kennen geeft is het voorstel van de
voorzitter om uitstel van de behandeling zonder hoofdelijke stemming met
algemene stemmen aanvaard.
6. Aanvraag' rijksbijdragen en riiksvoorschotten ten behoeve van de
bouw van 10 woningwetwoningen.
(preadvies nr.; 67.027)