De heer RUIJTEN wil zijn voorstel in stemming hebben. Wanneer hij stemming zou blijken, dat er diverse leden zijn, dan blijkt hieruit, dat deze mensen de betrouwbaarheid van zijn betoog niet geheel aanvaarden. Deze tegenstemmers zouden dan Gasteis fanfare een bijzonder groot plezier doen, de leiding over te nemen van de fanfare. Naar aanleiding van het gestelde door Mevrouw Akkermans stelt nu de VOORZITTER dat het subsidie nooit bepaald mag worden naar de uitgaven van de vereniging. Dat is geen juist subsidiebeleid. Mevrouw AKKERMANS repliceert, dat ze gezegd heeft, dat geen rekning moet worden gehouden met de uitgaven, welke de gemeente heeft; men moet nagaan hoe de vereniging draait en dan nagaan hoe hoog de bijdrage moet zijn om reëel te kunnen bestaan en welke bijdrage de gemeente daar tegenover kan stellen. De VOORZITTER herhaalt, dat de gemeente methet voorliggende voorstel een royaal standpunt inneemt. In het college van burgemeester en wethouders vond men het voorliggende voorstel aan de hoge kant en dit is enige tijd aangehouden, totdat het later is aanvaard. De heer RUIJTEN vraagt zich af; "Waarom te hoog?" Omdat de gemeente al diverse jaren achterligt bij andere gemeenten lijkt het zo'n hoog bedrag. Het gaat over een vereniging van de eigen gemeente. Spreker vindt het jammer dat er "met pijn" over de verhoging van subsidie wordt gesproken. Spreker stelt dat onze gemeente nu ook eens een keer het voorbeeld mag geven. De heer VAN ZUNDERT tekent protest aan tegen het motief van de heer Rui-jten. Er wordt niet getwijfeld aan de cijfers die hij heeft verzameld en de leden van de raad begrijpen wel wat de belangen van de fanfare zijn, maar er moet toch ook gewaakt worden voor de financiën van de gemeente. Er zijn nog meer belangen die belangrijker zyn dan de fanfare en waarvoor toch ook niet zo geweldig met geld wordt gesmeten, Als hier iets werkelijk aangevuld moet worden, dan is er volgens spreker toch nog in ruime mate particulier initiatief; er is een bliksemloterij geweest en er is een fancy-fair geweest. Laat de fanfare dezelfde activiteiten ontplooien als andere verenigingen en als het werkelijk niet zou kunnen dan is er altijd nog over te praten. Zomaar volop geven is niet verantwoord. De heer RUIJTEN protesteert tegen de uitdrukking "volop geven". Spreker noemt het een druppel op de gloeiende plaat, die een ietwat morele steun geeft aan de mensen die moeten zorgen, dat deze vereniging in leven blijft. Al zou er 5009extra gegeven worden, dan blijft er nog een zeer belangrijk tekort. Spreker nodigt de leden van de raad hieromtrent persoonlijk uit dit na te gaan. De VOORZITTER merkt op, dat het voorstel van burgemeester en wethouders zeer gunstig is ten opzichte van de normen van de Nederlandse Federatie van Muziek- en Zanggezelschappen. De heer RUIJTEN vindt het bijzonder jammer dat bij deze federatie nog onvoldoende progressieve mensen zijn, die moeeben inzien, dat het roer omgegooid moet worden. De VOORZITTER brengt het voorstel van burgemeester en wethouders in stemming, waarop wethouder VROLIJK opmerkt, dat alsnog in het college van burgemeester en wethouders nader het subsidie voor de drumband kan worden bezien. De VOORZITTER zal omtrent het laatste nog contact opnemen met het bestuur van de fanfare.

Raadsnotulen

Oud en Nieuw Gastel: 1938-1980 | 1967 | | pagina 21