-9-
Spreker vindt het evenwel logisch, dat by het vervaardigen van de vlag
voor de vogel een afbeelding van een canette wordt gevolgd. Wethouder
VROLIJK merkt op, dat de afbeelding op het officiële wapen geen canetvo
voorstelt. De heer GELIJNS merkt op, dat de vogel zowel op het wapen
als op de ontwerp vlag geen poten heeft.
Wethouder VROLIJK vraagt zich wel af, waarom de omschrijving van de
eerste twee afbeeldingen wel dezelfde is, dan bij het wapen en dit niet
zo is bij de derde afbeelding (vogel-canette)De VOORZITTER wil toch
het voorliggende ontwerp, goedgekeurd door de Hoge Raad van Adel,
handhaven.
Mevrouw AKKERMAMS merkt op, dat de voorzitter nu steevast persisteert
by de opvatting van de Hoge Raad van Adel, terwijl onlangs by de behan
deling van de gemeentenaam de door de Hoge Raad van Adel bij de vast stel
ling van het wapen vermelde gemeentenaam "Oud Gastel" niet als officieel
werd beschouwd. Voorts merkt spreekster op, dat in het preadvies geen
melding is gemaakt van de kosten van vervaardiging van de vlag.
De VOORZITTER ziet, gesteund door de heer AKKERMAMS het maken van het
ontwerp van een vlag geheel los staan van het aanschaffen van de vlag.
Voor de aanschaffing van een vlag zal aan de raad t.z. t. een crediet
gevraagd moeten worden. Alsdan kan worden beoordeeld of op grond van
de kosten al dan niet wordt overgegaan tot het laten vervaardigen van
een vlag.
Zonder hoofdelijke stemming wordt met algemene stemmen overeenkomstig
het voorstel van burgemeester en wethouders besloten.
9Aanbieding van de rekening van baten en lasten en van kapitaals
inkomsten en -uitgaven van het woningbedrijf en van de gemeente
rekening over het dienstjaar 196*5.
(preadvies nr.: 66.097)
Aangezien de raad de benoeming van een commissie tot onderzoek van
voormelde rekeningen niet aan zich voorbehoudt, wyst de VOORZITTER de
drie commissieleden aan, t.w. de heren Akkermans, Ruijten en Marcelissen,
die zitting in deze commissie aanvaarden.
10# Voorstel in te stemmen met de brief van de Minister van Volkshuis
vesting en Ruimtelijke Ordening d.d. 5 augustus 1966 inzake grotere
vryheid op het gebied van de contingentering. lossere vormen van
huurprysbeheersing en huurbescherming en geleidelijke intrekking
Woonruimtewet 194-7.
(preadvies nr.: 66.098).
De heer AKKERMAMS veronderstelt, dat deze brief nu eerst is gekomen,
omdat er thans schaarste aan geld is op de kapitaalmarkt. Dit bestrijdt
de VOORZITTER, daar reeds in april j.l. in andere delen van Nederland
meer vryheid terzake is gegeven, een tijdstip, waarop "de kraan nog niet
zover was dichtgedraaid". Nu kan men stellen, dat in april j.l. de geld-
schaarste in zicht was. Dit was zeer zeker nog niet het geval toen men
aan de voorbereidingen van de vryheid in het bouwbeleid, enz. was begonnei
Dergelyke voorbereidingen kosten veel tijd. Terzake van de maatregelen voor
Noord-Brabant is men al een half jaar bezig. Er is dus geen verband tussen
de geldschaarste en de voorliggende brief.
De heer AKKERMANS staat volledig achter de brief van de minister en spre
ker verwacht ook wel, dat de aannemers hier achter zullen staan.