-2- Hierna houdt de VOORZITTER de volgende toespraak. Mevrouw, mijne heren, Na deze beëdiging, door het opsteken van uw rechterhand en het uit spreken van de woorden "Zo waarlijk helpe mij God almachtig" bevestigd, waardoor u officieel bent geïnstalleerd als lid van de raad dezer geneente, is het mij op de eerste plaats mevrouw, mijne heren, een behoefte u geluk te wensen met de aanvaarding van uw lidmaatschap van de raad dezer gemeente voor de komende zittingsperiode, welke normaal vier jaar zal duren. Het afleggen van deze eed heeft vanzelfsprekend voor u allen een verstrekkende betekenis. Gij hebt hier bepaalde beloften gedaan, bepaalde overeenkomsten als het ware aangegaan, waarmede u in de loop van deze ambtsperiode geconfronteerd zal worden, waarmee de belangen van de gemeente gediend dienen te worden en uw medewerking daarvoor zal worden gevraagd. Tengevolge van deze eedsaflegging, mevrouw, mijne heren, vormt u de raad van de gemeente Oud en Nieuw Gastel. Dat wil zeggen, dat u allen te- samen, en ook ik uit de aard van de zaak met u, zult moeten trachten de belangen van de gemeente op de juiste wijze en naar eerlijkheid en over tuiging dient te behartigen. Een taak, welke niet altijd even zwaar wordt gezien, hetwelk volkomen begrijpelijk is, als op het moment waarop u de eed aflegt. Dan immers, op dat momentaanvaardt u uw taak als lid van de gemeente raad en neemt u de verantwoordelijkheid, welke daaraan is verbonden op uw schouders. Mevrouw, mijne heren, ik hoop, dat het u gegeven zal mogen zijn, om in alle omstandigheden als raad, dus niet als persoon, als groepering, eerlijk en oprecht de belangen van de gemeente te dienen hetgeen per slot van rekening door de totale bevolkingsgemeenschap van u verwacht wordt. Ik hoop, dat u hierin zult slagen en ik wens u heel veel succes toe Aan de twee nieuw benoemde leden van de raad, t.w. de heren P.F.A. Akkermans en V/.van der Mast wordt hierna door de VOORZITTER het reglement van orde uitgereikt. 2Benoeming van twee wethouders Nadat de VOORZITTER heeft opgemerkt, dat volgens het bepaalde in de gemeentewet op deze eerste dinsdag van september moet worden overge gaan tot de verkiezing van twee wethouders wegens periodiek aftreden van de heren Vrolijk en Ernest, vraagt spreker of er nog vragen zijn te stellen. De VOORZITTER geeft, ofschoon dit niet de gewoonte is, aan enkele leden van de raad de gelegenheid bepaalde mededelingen te doen, welke hieronder volgen. De heer AKKERMANS voert als eerste het woord als volgts "Mijnheer de voorzitter, mevrouw, mijne heren. "Naar aanleiding van het onderhavige agendapunt zou ik gaarne enkele "opmerkingen willen maken. Ik vertel u niets nieuws als ik beweer, dat "wij, gekozenen van de gemeenteraad van Oud en Nieuw Gastel, de opdracht "hebben om de belangen van onze gemeente naar best vermogen te behartigen "Deze raad kan dit, naar ik dacht, het beste doen, door zo eensgezind "mogelijk op te treden en daarbij goede besluiten te nemen

Raadsnotulen

Oud en Nieuw Gastel: 1938-1980 | 1966 | | pagina 73