De heer VAN ZUNDERT citeert een gedeelte van het bezwaarschrift Van de heer Van Mechelen, waar laatstgenoemde stelt» dat de nood zaak van de totstandkoming van winkels aan de oostzijde van de Markt niet voldoende is aangetoond. De VOORZITTER is met het C. 0.1.1* en dé plaatselijke middenstands- vereniging van mening, dat aan de oostzijde van de Mafkt geen winkels van de Je orde(b.v. Kruidenierswinkels) doch speciaalw.inkeis van de 2e .orde moeten.komen* Voorts dienen er niet m£ér winkels te worden gesticht dan noodzakelijk is. Spreker entameert de ver- sehillen in interpretatie van de bebouwingsvoorschriften. Met name de strekking van de woorden "en dergelijke". Hier kan zeer zeker een bankgebouw onder worden verstaan. Als voorbeeld geeft de VOORZITTER een bankgebeuw tussen twee winkels ep de Nieuwe Markt te Roosendaal, De hear VAN ZUNDERT vraagt of er in het bezwaarschrift van de heer Van Mechelen rechtsgronden aanwezig zijn voor niet goedkeuring van het onteigeningsplan door de Kroon. D® VOORZITTER ontkent dit, hoewel de Kroon uiteindelijk bij Koninklijk Besluit beslist. De heer RUIJTEN bevreemdt het, dat de heer Van Mechelen als oud-gemeente-secretaris eerst nu met bezwaren komt, terwijl hij toch bij de vaststelling van het uitbreidingsplan in eerste instantie van zijn bezwaren had kunnen doen blijken. De thans voorliggende bezwaren betreffen het uitbreidingsplan. De VOORZITTER repliceert, dat de heer Van Mechelen belanghebbende is en zich thans bezwaard voelt. Het is best mogelijk, dat de bezwaren voor hem niet golden ten tijde van het vaststellen van het uitbreidingsplan. De heer RUIJTEN vindt het jammer, dat tot onteigening moet worden overgegaan. Een en ander had wellicht door minnelijk overleg voorkomen kunnen worden. Blijkens verdere toelichting van de VOORZITTER Heeft de heer Van Mechelen om persoonlijke redenen een bezwaarschrift ingediend en requestrant meent dat geen verder overleg mogelijk is. De VOORZITTER vindt onteigening niet prettig. Het is pijnlijk, doch indien geen minnelijke overeenstemming kan worden verkregen, is het noodzakelijk tot onteigening over te gaan. De heer VISSENBERG komt nog terug op zijn suggestie de heer Van Mechelen de gelegenheid te geven in een woning boven de winkels woonruimte te verschaffen. De VOORZITTER veronderstelt, dat de heer Van Meohelen deze mogelijkheid niet in zijn gedachtengang heeft betrokken. Inderdaad blijft er een mogelijkheid een bovenwoning te huren of te kapen. Spreker is wel van mening, dat de heer Van Mechelen alle mogelijkheden wel zal hebben overwogen. Tenslotte wordt zonder hoofdelijke stemming met algemene stemmen overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten, Onteigening van gronden t.b.v. de volkshuisvesting te Stampersgat (sportterreinen). (preadvies nr.<66.Q6A) Zonder hoofdelijke stemming wordt met algemene stemmen overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten.

Raadsnotulen

Oud en Nieuw Gastel: 1938-1980 | 1966 | | pagina 50