-7-
De heer VAN. ZUNDERT merkt eveneens in alle vriendelijkheid op, dat zijn
zetel als raadslid inderdaad tevens bezet wordt door een hoofd van de
school. Het is volgens spreker zo, dat omdat hij het dichtste bij het
vuur zit en weet wat er op de scholen moet kunnen gebeuren en wat er
nodig is, hij uiteraard over onderwijs aangelegenheden en -belangen kan
spreken. Volgens spreker is de voorzitter met hem overtuigd, dat er
op de scholen een beheer gevoerd wordt, wat aan de zuinige kant is.
Het geld wordt echt niet weggegooid, het wordt voor onderwijsdoelein
den nuttig besteed. Spreker is verder van mening, zonder de overige
raadsleden hieraan tekort te doen, dat laatstgenoemden op het gebied
van het onderwijs niet dat inzicht hebben dan hijzelf. Spreker verlaat
zich eveneens omtrent andere zaken op die raadsleden, die het mees#
deskundig moeten worden geacht. Dat derhalve de onderwijsbelangen door
spreker worden behartigd is een logische zaak.
Spreker haakt voorts nog in hpthet gebruik maken van artikel 72 der
Lager-onderwijswet 1920, zoals de voorzitter dit stelde. De voorzitter
heeft de toestanden van destijds gelukkig niet meer gekend. Hot was
erbarmelijk, zelfs zo, dat verschillende mensen in Oud-Gastel, die
toestand niet konden indenken. Wel moet het de voorzitter bekend zijn,
dat nog boekjes in oude spelling zijn gebruikt. Het meubilair was totaal
verouderd. Het is een samenloop van omstandigheden geweest, dat recent
de medewerking door de raad is verleend, terwijl deze reeds 10, 20 en
30 jaar geleden plaats hadden kunnen hebben.
Momenteel wordt de r.k. meisjesschool verbouwd, waarmede veel geld is
gemoeid, doch dat dit noodzakelijk was, zal geen der raadsleden ont
kennen. Mevrouw Akkermans met name heeft van de oude situatie persoon
lijk kennis genomen en haar verontwaardiging hierover uitgesproken.
Spreker wil hiermede te kennen geven, dat de bedragen, die de voorzitter
opsomt op grond van artikel 72 der Lager-onderwijswet 1920, ook genoemde
uitgestelde samenvallende voorzieningen omvatten.
De VOCKZITTER is het hiermede eens, doch dit neemt niet weg, dat de be
dragen in de laatste jaren beschikbaar zijn gesteld.
Als gevolg daarvan zijn de toestanden op de scholen zeer tot genoegen
verbeterd. Dit neemt niet weg, dat een bedrag van 425.000,-- voor de
laatste 3 jaren nota bene alleen voor het lager onderwijs, een zeer
belangrijk bedrag moet worden genoemd.
Rekening houdend met het vorenstaande is tot het onderhavige voorstel
gekomen. Van de zijde van de schoolbesturen is nimmer een verzoek ge
richt tot de gemeente om een bepaald bedrag per leerling vast te stel
len. Het bedrag is practisch altijd uit eigen initiatief door de raad
vastgesteld. Het is verheugend te constateren, dat de schoolbesturen
oen begroting in voorbereiding hebben.
De heer VAN ZUNDERT meent te weten, dat het al of niet sluiten van de
gemeentebegroting niet afhankelijk is van de hoogte van het bedrag per
leerling, daar de onderwijsuitgaven worden gedekt door een uitkering uit
het gemeentefonds.
De VOORZITTER wijst er op, dat de uitkering uit het gemeentefonds als
basis heeft het aantal lokalen der scholen.
De heer VAN ZUNDERT handhaaft zijn voorstel de behandeling uit te stellen
tot een volgende vergadering.
Het bevreemdt mevrouw AKKERMANSdat evenals vorig jaar er thans weer
zoveel over wordt gesproken. Vorig jaar is over het bedrag van 60
gediscussieerd. Toen is eveneens uit de bus gekomen, dat de schoolbesturen
nu nog^iet 66113 met een begroting moeten komen. Deze begroting is er
tegImoetITTER tegrotingen van de schoolbesturen met belangstelling