De VOORZITTER bevestigt dit nóg. In principe moet men zich houden
han een taxatierapport. Gedeputeerde Staten verlangen ook een taxa
tie-rapport bij de aankoop van gronden en gebouwen. Daar bij de onder
havige taxatie niet voldoende rekening is gehouden met de bouwkosten
van de betreffende woning, welke ruim 20.000,-- hebben bedragen,
mede rekening houdend met de ligging, enz. hebben burgemeester en
wethouders de verkoopprijs nader bepaald op 25.000, De heer
VAN DEN BERGH wil zich aan de taxatieprijs houden evenals de heren
VAN HASSEL en VAN ZUNDERT. De heer VAN HASSEL ziet door verkoop van
de woning een daad van bevordering van de bezitsvorming. De heer
VAN ZUNDERT kan niet meegaan met burgemeester en wethouders, waar
zij bij de beoordeling van de waarde van de woning rekening houden met
de bouwkosten van destijds. De huidige taxatie is op basis van de
toestand van het huis op het moment van verkoop.
Mevrouw AKKERMANS brengt evenals in de vorige vergaderingen ten aan
zien van het onderhavige punt te berde, dat het een enorm risico is
voor de overige naastliggende woningen om de woning Roosendaalsebaan
26 te verkopen.
Overigens is volgens spreekster de prijs zeer laag. Er zijn tientallen
personen, die een dergelijke woning tegen de prijs door burgemeester
en wethouders gesteld willen kopen. Voorts memoreert spreekster, dat
de aspirant-koper zijn werk niet in Oud-Gastel heeft.
De VOORZITTER vindt het niet bezwaarlijk, dat de aspirant-koper niet
in de gemeente werkt. Dit komt wel meer voor, dat woongemeente een
andere is dan de werkgemeente. Wel is er een wezenlijk verschil tussen
een bewoner-koper en iemand die een huis koopt voor verhuur.
De heer RADEMAKERS memoreert, dat de woningen aan de Roosendaalsebaan
destijds zijn gebouwd ten behoeve van ambtenaren, onderwijzend personeel
en politiepersoneel. Deze huizen kunnen evenwel in voorkomende gevallen
hiervoor niet bestemd worden, als dit niet gepaard gaat met het vertrek
van de huurder.
De onderhavige aspirant-koper heeft geen bezwaar tegen het opnemen
van de bepaling bij vervreemding der woning gedurende de eerste 10 jaar,
aan de gemeente, het voorkeursrecht tot koop te geven. De heer
RADEMAKERS wenst deze bepaling mede uit speculatieve overwegingen op
te nemen. Deze bepaling staat ook in de akte tot overdracht van woning
wetwoningen aan bewoners.
De heer GELIJNS vraagt zich af, waarom er bij de onderhavige taxatie
onderscheid is gemaakt tussen verkoop met deze bepaling 20.000,
en zonder deze bepaling 23.000,--), temeer nog, daar, indien de
gemeente de woning t.z.t. terugkoopt tegen alsdan door 3 deskundigen
te taxeren waarde, bij laatstgenoemde taxatie deze bepaling vervalt.
De VOORZITTER zet uiteen, dat er onderscheid gemaakt dient te worden
tussen het al of niet direct de onvoorwaardeljke beschikking te hebben
over de woning.
De heer RUIJTEN vraagt 1) of de gemeente de woning kwijt wil, 2) of
de gemeente de woning kan missen en 3) of de bezitsvorming wordt
nagestreefd, welke eerste vraag de VOORZITTER beantwoordt met "nee"
en de twee andere vragen met "ja".
Ten aanzien van de tweede vraag is natuurlijk verschil van mening, naar
gelang de situatie wordt bezien