-7-
Een pachter heeft daarentegen wel recht op schadeloosstelling. Indien
huurovereenkomst schriftelijk wordt aangegaan verandert de situatie van
schadeloosstelling niet. Het recht op huurbescherming geldt voor de
woning. Niet voor de bij de woning behorende grond. Bij huur is opzegging
ten alle tijde (behoudens huurbescherming) mogelijk zonder ischt op eni
schadeloosstelling. In het onderhavige gevla heeft de heer Jongenelan
uiteraard voordeel genoten van het gebruik van de moestuin. Hij heeft
echter geen schade bij gemis aan de moestuin. Dit laatste is echter nog:..
gesteld een civiele aangelegenheid tussen huurder en verhuurder.
Bij eigenaar/gebruiker ligt de situatie anders. De koper van een huispoi
ceel zal bij de bepaling van de prijs rekening houden met de aanwezigheid
van een moestuin. Indien deze koper eigenaar/gebruiker wordt en deze
moet zijn moestuin afstaan, dan heeft deze wel schade wegens gemis van do
moestuin.
De VOORZITTER stelt verder ten aanzien van de heer Jongenelen, dat hij
niet weet of er een huurverhouding is, dan wel, dat hij woont voor de tege
prestatie voor werkzaamheden ten behoeve van de aangrenzende gebouwen. In
ieder geval kan de heer Jongenelen worden aangemerkt als huurder in de
onderhavige situatie.
De heer VAK ZUNDÏÏRT vraagt zich af of bij de verkoop van de grond aan do
gemeente niet de bepaling opgenomen had kunnen worden een schadevergoedin
te beta-len aan de gebruiker. Dit verandert de situatie niet, aldus de
VOORZITTER. Immers het vraagstuk had dan aan de orde gekomen in de raad
bij de behandeling van de aankoop van de grond. De heer VAN ZUNDERT con
stateert, dat bij verkoop aan de gemeente van de grond de waarde van de
woning vermindert. De VOORZITTER voegt hieraan toe, dat dit tot uitdruk::!
komt bij de taxatie, ten behoeve van de grond overdrachtIn het op de
onderhavige grond betrekking hebbende taxatierapport wordt de waardever
mindering niet expressis verbis genoemd.
De heer RUIJTEN ziet het vragen van een vergoeding als een gevoelsargumen
De VOORZITTER deelt de heer RUIJTEN mede, dat hem geen soortgelijke gevall
bekend zijn, waarbij een schadevergoeding is toegekend.
Wethouder VROLIJK entameert wel een soortgelijk geval van verkoop van grou
door hot r.k. Kerkbestuur aan de gemeente, waarbij het kerkbestuur geen
schadeloosstelling bepleit voor de gebruiker. De VOORZITTER stelt hierbij
duidelijk, dat het hier een onderverhuur betreft en deswege een andere
situatie is.
De handelwijze van het r.k. Kerkbestuur wordt niet door de heer RUIJTEN
gedeeld. Immers burgemeester en wethouders hadden inmiddels tot tweemaal
toe te kennen gegeven, dat er geen recht bestaat op een schadeloosstelliu
Spreker is pijnlijk getroffen, dat het kerkbestuur er nu een gevoelskwestie
van maakt. Het kerkbestuur dient er toch begrip voor te hebben, dat
reohtens geen aanspraak op schadeloosstelling kan worden gemaakt.
De VOORZITTER laat in vogelvlucht de opvolging van de correspondentie
tussen de gemeente un het Kerkbestuur de revue passeren. Op een gegeven
moment heeft het kerkbestuur bericht, dat de bisschop van Breda instemde
met verkoop van de grond aan de gemeente tegen de getaxeerde prijs. Bij
ditzelfde schrijven heeft het kerkbestuur aan burgemeester en wethouders
verzocht te bevorderen, dat aan de heer Jongenelen voor het gemis van
moestuin een passende schadevergoeding wordt toegekend. Burgemeester en
wethouders hebben hierop gereageerd door te schrijven, dat geen recht o
schadevergoeding aanwezig is.
Het kerkbestuur kon zich hiermede niet verenigen, doch merkte tevens op
dat het toekennen van schadevergoeding tot de competentie van de raad
behoorde