-3-
Wanneer het rijksgoedkeuringsbeleid uitgestrekt zou kunnen worden tot 35
S. 40.000 gulden stichtingskosten per woning en dit in handen gelegd zou
worden van het gemeentebestuur, waarvan aangenomen mag worden, dat het ge
meentebestuur in staat is te beoordelen of een plaatselijke aannemer qua
capaciteit, qua arbeidskrachten in staat geacht moet worden woningen te
bouwen, dan geloof ik inderdaad dat wij meer mensen aan geschikte woon
ruimte zouden kunnen en mogen helpen. Wanneer wij gedenken, dat 20 jaar
na de oorlog het woningprobleem nog niet tot een oplossing is gekomen,
dan geloof ik, dat we terecht kunnen stellen, dat het de hoogste tijd
wordt, dat inderdaad aan dit nijpende probleem voor vele mensen met de
meest mogelijke spoed een einde komt..
Elke dag opnieuw worden we geconfronteerd met een aantal mensen, die
zelf een woning willen bouwen, Voornamelijk zijn het jongeren, die op
een zodanige leeftijd gekomen zijn, waarvan geacht kan worden, dat ze
de trouwleeftijd hebben bereikt, en op juiste wijze, gezien hun inkomen,
in het onderhoud van hun te stichten gezinnen kunnen voorzien, maar,
die wachten moeten om het feit, dat ze geen goedkeuringen kunnen ver
krijgen voor het bouwen van een eigen woning. Gelukkig, moet worden ge
constateerd, ook in onze gemeente, dat er nog heel wat mensen zijn,
die het initiatief kunnen en willen opbrengen om zelf in de woningbe
hoefte te voorzien. Laten we hopen, dat de regering de mensen hiertoe
in staat zal stellen. Natuurlijk moet zij dit landelijk bekijken. Van de
ene kant moet ik toch stellen, dat ik het gedeeltelijk eens ben met de
vertegenwoordigers in de kamer wanneer ze zeggen, dat de volkshuisve«+"'
de volkswoningbouw natuurlijk niet mag worden ingekrompen, maar van de
andere kant meen ik te mogen stellen, dat de woningaangelegenheid, de
woningbouw geen politiek spel in de verschillende politieke partijen
mag worden, doch dat het op de eerste plaats gezien moet worden als
een dringende behoefte die nu eenmaal voor de mensen, die op woningen
zitten te wachten, aan de orde is. Wanneer dit gerealiseerd zou kunnen
worden en aan de wens zou kunnen worden voldaan, die niet alleen van de
zijde van de gemeentebesturen, maar ook in aannemerskringen geuit wordt,
dan hoop ik dat het mogelijk zal zijn om nog sneller, althans wanneer de
regering hiertoe zou kunnen besluiten, met de woningnood en de woning
behoefte tot een gunstig resultaat te kunnen komen.
Ten aanzien van de bouwmogelijkheid, waarop ik al even heb gewezen in
mijn korte inleiding, blijkt, dat in het afgelopen jaar heel wat is gebouwd..
Heel wat is gebouwd. op het gebied van de woning
bouw, op het gebied van verbetering van woningen, op het gebied van
handel en verkeer en industrie. Ik kan u vertellen, -dit is toch wel in
teressant om te weten- dat wij aan bouwvergunningen in het jaar 1964 hebben
afgegeven tot een bedrag van drieëneenhalf miljoen gulden. Drieëneenhalf
miljoen gulden aan bouwvergunningen in een jaar voor een gemeente als de
onze mag toch wel een vrij hoog bedrag worden genoemd,. Geconstateerd moet
worden, dat juist ten aanzien daarvan een vrij grote activiteit aanwezig i
Wij hebben in het afgelopen jaar ten aanzien van aankopen van gronden ter-
realisering van het uitbreidingsplan en andere zaken gronden aangekocht
voor de som van rond 250.000,--. Ook weer een bedrag tengevolge waarvan
het mogelijk zal zijn om bepaalde gronden bouwrijp te maken en daarop
tijd tot woningbouw te komen.
Dit zijn enkele grepen die ik wil doen uit de besluiten, welke u het afge
lopen jaar in het belang van de gemeente hebt menen te moeten nemen. Ik g->
loof, dat dit buitengewoon goed is geweest en dat we mogen constateren, d^'
hiermede in alle opzichten het belang van de gemeente in ruime mate is
gediend geworden.