-5-
De heer Geli.jns wi.jst er eveneens op dat het woeste grond is, die
veel kost van in cultuur brengen. Spreker wil meerdere van deze
strookjes op de Langenberg verhuren of verpachten, waardoor die woeste
gronden meer in cultuur gebracht gaan worden.
De voorzitter repliceert, dat alle dergelijke strookjes grond, eigen
dom van de gemeente, in tekening zijn gebracht. Nader zal worden
onderzocht welke stukjes in verband met de weg of een sloot eventueel
verkocht zouden kunnen worden. Hierop wordt te zijner tijd terugge
komen.
De heer Ruijten is er uit een oogpunt van landschapsschoon niet voor
het hakhout te verwijderen. Het is bovendien een bescherming van de
gewassen bij zandverstuivingen. Spreker zegt dat hij tegen de verkoop
van het perceeltje aan Vermunt geen bezwaren heeft (wel tegen de
prijs!), doch dat verdere verkoop van houtgewassen voorkomen dient te
worden.
De voorzitter stelt dat iedere verkoop afzonderlijk wordt bekeken
en dat zeer zeker met het natuurschoon rekening wordt gehouden.
Na deze discussie wordt zonder hoofdelijke stemming besloten het ge-
Vraagde perceeltje hakhout overeenkomstig het voorstel van burgemees
ter en wethouders te verkopen aan de heer Vermunt, Ludwigstraat 36,
Roosendaal. De heer Ruijten wenst aantekening, dat hij tegen het voor
stel van burgemeester en wethouders is.
14. Beschikbaarstelling crediet_ v_o_o_r_
diverse uitbreidingen der
verlichting, (preadvies nr. 63.O71).
Zonder hoofdelijke stemming wordt hiertoe overeenkomstig het voorstel
van burgemeester en wethouders besloten.
15. Onteigening gronden kom Oud-Gastel
plan "Zuid" (preadvies nr. 63.072).
De heer van Dongen constateert een grillige lijn van het onteigenings
plan aan de zijde van de Kerkstraat en verzoekt alvorens tot aankoop
c.q. onteigening over te gaan met de eigenaren te praten en hun zo
veel mogelijk tegemoet te komen door grond, welke niet nodig is voor
de realisering van het uitbreidingsplan, te laten behouden voor de
uitoefening van hun bedrijf.
Ook vraagt spreker of persé alle gronden in het onteigeningsplan
onteigend moeten worden.
De voorzitter releveert het ruimschoots contact met de eigenaren.
Juist doordat zoveel mogelijk belangen in het oog zijn gehouden, is
de genoemde grillige lijn ontstaan. Dit neemt echter niet weg, dat
bij de realisering van het uitbreidingsplan kan komen vast te staan,
dat niet alle gronden benodigd zijn, in welk geval uiteraard niet tot
aankoop c.q. onteigening wordt overgegaan. Spreker stelt echter wel
vast, dat alle gronden, voor zover nodig, conform het uitbreidingsplan
wèl in het onderhavige onteigeningsplan zijn opgenomen, om niet het
risico te lopen, dat straks bouwplannen geen doorgang kunnen vinden.
Spreker is het voorts wel met de heer van Dongen eens, als laatst
genoemde zegt, dat niet alleen de twee reclamanten, doch ook de
andere bij het onteigeningsplan betrokken grondeigenaren wensen hebb^
Met deze wensen zal, aldus de voorzitter, zoveel mogelijk reker-*-
gehouden worden.
De heer van Hassel vraagt naar het verdere verloop van de onteigenings
procedure